4.8 Spelling

4.8 Spelling
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.8 Spelling
Pak je laptop/ schrift/ boek/ pen

Slide 1 - Slide

Schrijfopdracht
Schrijf een kort verhaaltje (minimaal 5 zinnen) over je vakantie. 
Denk aan de hoofdletters, leestekens en formulering.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

  • kun je zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen
Wat zijn zwakke werkwoorden? 

Slide 3 - Slide

Welk werkwoord is niet zwak?
A
botsen
B
vliegen
C
varen
D
staren

Slide 4 - Quiz

Zwakke werkwoorden (wel)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:
Je kijkt naar de stam;
Zit de laatste letter in x 't kofschip? +te(n)


enkelvoud
stam + -te
ik/jij/hij/zij
lustte, fietste
meervoud
stam + -ten
wij/jullie/zij
lustten, fietsten

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden (niet)
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:
Je kijkt naar de stam;
Zit de laatste letter NIET in x 't kofschip? +de(n)


enkelvoud
stam + -de
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
meervoud
stam + -den
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zet in het werkwoord in de vt:
Ik duw haar.

Slide 8 - Open question

Zet het werkwoord in de vt:
Mijn ouders wekken mij in de ochtend.

Slide 9 - Open question

Maken 4.8

Opdracht 1 t/m 6

Klaar? Maak de Test jezelf!
Alle opdrachten tot en met 12 af? Mag je nog even aan je verslag

Slide 10 - Slide

Lesdoelen check!

Slide 11 - Slide

6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -de(n) achter.
5. Wij fietsden naar school. 
4. Gaan is een zwak werkwoord.
3. Ik vliegde naar Spanje
2. Hij wasten zich
1. Een werkwoord in de verleden tijd verandert altijd van klank
7. Zwakke werkwoorden:
botsen, fietsen en zwemmen
9. 1B2 klopden op de deur.
8. Een zwak werkwoord veranderd van klank.
Pak een stift en geef aan wat er fout is

Slide 12 - Slide

6. Als de laatste letter in x 't kofschip staat, komt er -te(n) achter.
5. Wij fietsten naar school. 
4. Gaan is geen zwak werkwoord.
3. Ik vloog naar Spanje
2. Hij waste zich
1. Een werkwoord in de verleden tijd verandert soms van klank
7. Zwakke werkwoorden:
botsen, fietsen 
9. 1B2 klopten op de deur.
8. Een zwak werkwoord veranderd NIET van klank.
Juiste antwoorden!

Slide 13 - Slide