Herhaling grammatica zinsdelen en woordsoorten M1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling grammatica zinsdelen en woordsoorten 

Hij zag de bal net op tijd aankomen.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?

1. Hij
2. zag
3. op tijd
4. aankomen

Je kunt je telefoon na de pauze bij de conciërge ophalen.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. je
2. kunt
3. je telefoon
4. de conciërge

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over:

1. zelfstandig naamwoord
2. gezegde
3. onderwerp
4. lidwoord

Die grapjas heeft hetzelfde t-shirt gekocht als die jongen.
Hoeveel zelfstandige naamwoorden?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Ik zie hen steeds voorbij lopen.
Wat is hen?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp
3. Meewerkend voorwerp
4. Gezegde

ACHTER de school staat al heel lang een fiets.
Wat is 'achter'?

1. voorzetsel
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. zelfstandig naamwoord

Onze kat moet al heel lang wachten.
Wat is het gezegde?

1. Moet
2. Moet wachten
3. Onze kat moet
4. Moet al lang wachten

Bedankt voor jullie aandacht!