Nederlands dinsdag 19 december pv verleden tijde van zwakke ww

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  
- leesboek!
 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  
- leesboek!
 

Slide 1 - Slide

lezen!

- 5 minuten lezen
 
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
cursus 7: par 10 persoonsvorm verleden tijd van zwakke ww
                    par 11 persoonsvorm verleden tijd van sterke ww
opdrachten maken
woordenschat









Slide 3 - Slide

terugblik
- pv tt
- sterke en zwakke ww

Slide 4 - Slide

huiswerk controleren/nakijken
- opdrachten par. 8 : 1 t/m 3 (blz. 238)
- opdrachten par. 9: 1 en 2 (blz. 240 en 241)
  nakijken uit antwoordenboekje

vragen over huiswerk?
schrijf deze op!








timer
5:00

Slide 5 - Slide

Wat leer je deze les?
Je leert de persoonvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen 
Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen
woordenschat

Slide 6 - Slide

wat weet jij nog van:
de persoonsvorm van een zwak ww?
de persoonsvorm van een sterk ww?



Slide 7 - Slide

oh ja de tip!
Een sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank

Slide 8 - Slide

Par. 10 pv vt van zwakke ww
theorie lezen we samen!
Blz. 242

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

samen oefenen
- opdracht 1, blz. 242








Slide 11 - Slide

zelfstandig werken
- stap 1: par. 10
- Maak opdracht 2 t/m 4, blz. 242 en 243
- stap 2: par. 11
- lees de theorie blz. 244  en maak opdracht 1 en 2
- klaaropdracht: woordenschat (zie volgende slide)
alle opdrachten zijn huiswerk!










timer
25:00

Slide 12 - Slide

woordenschat
- WOORDENLIJST:

Opdracht: kies uit de woorden van paragraaf 5, vier woorden.
Van elk gekozen woord maak je een zin.








Slide 13 - Slide

par 5 woordenlijst
 coördinator – iemand die zorgt dat de zaken goed verlopen
 finalisten – degenen die meedoen aan de eindstrijd
 fragment – een onderdeel van een groter geheel
 loodzware – heel moeilijke
 oorkonde – bewijs dat je iets heel goed kunt, diploma

Slide 14 - Slide

terugblik
-het rad kiest een naam!
- leg uit
- persoonsvorm vt zwakke ww
- persoonsvorm vt sterke ww

Slide 15 - Slide

vooruitblik
persoonvorm verleden tijd
zwakke en sterke 
werkwoordne

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

zelfstandig werken
Maak opdracht 2 t/m 4, blz. 214 en 215

Klaaropdracht: werkblad (bij docent)
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

terugblik les
wat heb je deze les geleerd?

Slide 20 - Slide

Huiswerk bespreken

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

terugblik - denken
-noteer: welke tekstdoelen ken je (noem er minimaal 2!!)
                   wat wil de schrijver hiermee bereiken
                   en noem voorbeelden van de tekstsoort hierbij

let op! het boek blijft dicht 







timer
1:30

Slide 24 - Slide

delen
- deel je antwoorden met je buur. Kies samen het beste antwoord. (kies één tekstdoel, wat wil de schrijver hiermee en één voorbeeld)






timer
1:30

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link