Spelling H5, les 2 6e editie

Programma

1) Huiswerkcontrole/Bespreken huiswerk Spelling H5 

2) Uitleg tussen -n, tussen -s

3) Opdrachten/ huiswerk


Toets over Woordenschat en Spelling H4 en H5  in week 13 (1 april en 14 (6 april)!




1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Programma

1) Huiswerkcontrole/Bespreken huiswerk Spelling H5 

2) Uitleg tussen -n, tussen -s

3) Opdrachten/ huiswerk


Toets over Woordenschat en Spelling H4 en H5  in week 13 (1 april en 14 (6 april)!




Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Je kent de werkwoordspellingregels, je weet hoe je de leestekens correct gebruikt en je kent de regels voor het al dan niet plaatsen van een tussen -n en -s in samenstellingen.
 


Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole

Slide 3 - Slide

Bespreken opdracht 1, blz. 163

Slide 4 - Slide

Bespreken opdracht 2, blz. 163
  • 1 Bij dit watersportcentrum kun je van alles doen: snorkelen, duiken, aquafitnessen en waterskiën.
  • 2 ‘Weet u wel zeker ’, vroeg de receptioniste aan de sollicitant, ‘dat u vandaag een afspraak heeft met de directeur; kan het niet morgen om 15.00 uur zijn?’
  • 3 Deze zomer gaat Marlinde naar Praag: ze wil naar het Technisch Museum, naar de Praagse burcht en naar de Petřín-uitkijktoren.
  • 4 ‘Wie weet waar Willem Wever woont? ’ vroeg de presentator, waarop ik antwoordde: ‘Willem Wever woont wijd weg.’
  • 5 Wie zich opgeeft voor de Lenteschool van Lyceo, haalt straks alleen nog maar hoge cijfers.


Slide 5 - Slide

Opdracht 3, blz. 165


  • ‘ Elias, Elias, ’ riep Maryse amechtig vanuit de keuken, ‘je moet me
  • helpen! ’
  • ‘ Ja schat, ik kom eraan’ , bromde Elias goedmoedig van achter zijn krant, maar ondertussen las hij rustig verder.
  • Paniekerig gilde Maryse: ‘ Kom je nou nog, Elias? Ik hou het niet
  • meer! ’
  • Geschrokken sprong Elias op. Hij sprintte atletisch naar de keuken. Daar zag hij hoe zijn lieftallige vrouw op het punt stond te bezwijken onder een keukenkastje (,) dat er duidelijk op uit was om haar fragiele gestalte te verpletteren. Gelukkig kwam zijn doortastende hulp nog juist op tijd.

Slide 6 - Slide

Opdracht 3, blz. 165


  • ‘ Als ik geweten had dat je gevaar liep, ’ stamelde onze daadkrachtige held ontdaan, ‘was ik meteen wel gekomen, liefje. ’
  • ‘ Dat weet ik toch, schattebout’ , lispelde Maryse aanhankelijk. ‘ Ik weet toch dat je alles voor me overhebt. ’
  • ‘ Meen je dat werkelijk, duifje? ’ vroeg Elias verbaasd.


Slide 7 - Slide

Tussen -e(n) bij samenstellingen
Als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en, dan krijg je een tussen -(e)n in de samenstelling. Bijv. berenboot, reuzenrad, tomatensalade
Uitzonderingen
  • Als het rechterdeel een bijvoeglijk naamwoord is en het linkerdeel  versterkt dat, dan krijg je geen 'n'. reuzegezellig.
  • Als er maar 1 van is (bijv. zon) dan krijg je ook geen tussen 'n': zonnewijzer.


Slide 8 - Slide

Tussen -s bij samenstellingen
De tussen 's' bij samenstellingen hoor je normaliter. Soms lukt dat niet omdat het tweede deel van de samenstelling dan met een s(-klank) begint. 

Truc:
Vervang het rechterdeel van de samenstelling door een woord dat niet met een s(-klank) begint en dan hoor je of er een 's' tussen moet.
Dorpsstraat? > Dorpskern! Dus ja: een tussen 's'!


Slide 9 - Slide

Maak opdracht 6 en 7 
blz. 164-165

Slide 10 - Slide