This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
V4 Nederlands
Tekststructuren
Slide 1 - Slide
lesdoelen
Aan het eind van deze les...
- weet je de rollen van de inleiding, kern en slot
- weet je wat functies van tekstgedeeltes zijn
- weet je wat de rol van signaalwoorden zijn
Slide 2 - Slide
Tekststructuur
We bespreken tekststructuur op 4 niveau's
basiskennis: inleiding, kern en slot
delen van de tekst: vaste tekststructuren
op alineaniveau: functies van tekstgedeeltes
op zinsniveau: signaalwoorden
Tempo hoog, maak aantekeningen!
Slide 3 - Slide
1. basiskennis: inleiding, kern en slot
Je weet (als het goed is) al dat een tekst uit deze delen bestaat...
Maar weet je ook nog hoe de inleiding en het slot eruit zien?
Slide 4 - Slide
1. basiskennis. Noem een functie die de inleiding kan hebben.
Slide 5 - Mind map
1. basiskennis. Welke manieren om de tekst af te sluiten ken je?
Slide 6 - Mind map
Inleiding
Slot
Belangstelling wekken, bijv. met een anekdote/stelling/citaat
Samenvatting
Onderwerp introduceren
Conclusie
Opbouw tekst aankondigen
Aanbeveling
Aanleiding noemen
Afweging
Lezer welwillend stemmen
Oproep
Uitsmijter
Slide 7 - Slide
Wat wordt er van je verwacht?
Je kunt benoemen wat voor soort inleiding of slot het is
Slide 8 - Slide
2: delen van de tekst
vaste tekststructuren
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
bewering/
argument-
structuur
verschijnsel/
verklaring-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
vroeger
en nu-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
beschrijving
verschijnsel
inleiding:
beschrijving van het probleem
inleiding:
beschrijving ontwikkeling/verandering
inleiding:
ontwikkeling met pos. en neg. kanten
Slide 11 - Drag question
Wat is géén vaste tekststructuur?
A
probleem/
oplossingstructuur
B
verleden-heden-toekomsstructuur
C
beoordelingsstructuur
D
verschijnsel/
verklaringsstructuur
Slide 12 - Quiz
Wat wordt van je verwacht?
Je kunt de tekststructuur van een tekst benoemen
Slide 13 - Slide
3. op alineaniveau: functies van tekstgedeeltes
Heel veel mogelijke rollen die een alinea kan spelen in een tekst.
bijv.
alinea 1 = anekdote.
alinea 2 = stelling.
alinea 3 = argument + bewijs.
alinea 4 = conclusie
Slide 14 - Slide
Functies van tekstgedeelten
Zie par. 46 Op Niveau blz. 139
Er is een hele lijst!
Van "aanbeveling" tot "weerlegging"
Wat wordt van je verwacht? Je kunt de functie van een alinea benoemen.
Slide 15 - Slide
timer
10:00
Pak par. 46 erbij en neem het kort door. Welke woorden begrijp je niet?
Slide 16 - Mind map
Wat is een voordeel van het kennen van functies van tekstgedeelten?
A
Dan begrijp je de tekst beter
B
Dan weet je hoe het verbanden tussen de zinnen is
C
Dan kun je beter het onderwerp van de tekst bepalen
Slide 17 - Quiz
4. op zinsniveau: signaalwoorden
= expliciete woorden in de tekst waarmee zinnen, zinsgedeelten en alinea's logisch aan elkaar worden gekoppeld.
Zie par 33 blz. 124 Op Niveau 11 categorieën van verbanden, voor nu alleen de 8 belangrijkste.
Slide 18 - Slide
Signaalwoorden
Slide 19 - Slide
Welk verband hebben we in deze zin: "aangezien ik uitgeput was van onze wandeltocht, ben ik om negen uur gaan slapen"
A
Tegenstellend
B
Redengevend/
verklarend
C
Samenvattend
D
Voorbeeld
Slide 20 - Quiz
Het nut van het (her)kennen van signaalwoorden
Signaalwoorden helpen je vooral bij de andere soorten van tekststructuur en maken het lezen makkelijker. Daarnaast staan antwoorden vaak rondom signaalwoorden.