This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
V4 Nederlands
Tekststructuren
Slide 1 - Slide
lesdoelen
Aan het eind van deze les...
- weet je de rollen van de inleiding, kern en slot
- weet je wat functies van tekstgedeeltes zijn
- weet je wat de rol van signaalwoorden zijn
Slide 2 - Slide
Tekststructuur
We bespreken tekststructuur op 4 niveau's
basiskennis: inleiding, kern en slot
delen van de tekst: vaste tekststructuren
op alineaniveau: functies van tekstgedeeltes
op zinsniveau: signaalwoorden
Tempo hoog, maak aantekeningen!
Slide 3 - Slide
1. basiskennis: inleiding, kern en slot
Je weet (als het goed is) al dat een tekst uit deze delen bestaat...
Maar weet je ook nog hoe de inleiding en het slot eruit zien?
Slide 4 - Slide
1. basiskennis. Noem een functie die de inleiding kan hebben.
Slide 5 - Mind map
1. basiskennis. Welke manieren om de tekst af te sluiten ken je?
Slide 6 - Mind map
Inleiding
Slot
Belangstelling wekken, bijv. met een anekdote/stelling/citaat
Samenvatting
Onderwerp introduceren
Conclusie
Opbouw tekst aankondigen
Afweging
Aanbeveling/oproep
Toekomstbeeld
Slide 7 - Slide
Hoe moet je dit kennen?
benoemen wat voor soort inleiding of slot er is!
Slide 8 - Slide
2: delen van de tekst
vaste tekststructuren en vaste vragen
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
samenvatting van de verschillende onderdelen
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of
stelling
Slide 11 - Drag question
wat is géén tekststructuur
A
aspectenstructuur
B
verleden-heden-toekomsstructuur
C
beoordelingsstructuur
D
verklaringsstructuur
Slide 12 - Quiz
Hoe moet je dit kennen?
Theorieboek 5.9
Herkennen welke tekststructuur een tekst heeft
Slide 13 - Slide
3. op alineaniveau: functies van tekstgedeeltes
Heel veel mogelijke rollen die een alinea kan spelen in een tekst.
bijv.
alinea 1 = anekdote.
alinea 2 = stelling.
alinea 3 = argument + bewijs.
alinea 4 = conclusie
Slide 14 - Slide
paragraaf 5.10: functies van tekstgedeelten
Er is een hele lijst!
Van "aanbeveling" tot "weerlegging"
Hoe moet je dit weten? Je moet alinea's kunnen labelen!
Slide 15 - Slide
timer
10:00
Pak 5.10 in je theorieboek erbij en neem het kort door. Welke woorden begrijp je niet?
Slide 16 - Mind map
Wat is een voordeel van het kennen van functies van tekstgedeelten?
A
Dan begrijp je de tekst beter
B
Dan weet je hoe de verbanden tussen de zinnen zitten
C
Dan kun je beter het onderwerp van de tekst bepalen
Slide 17 - Quiz
4. op zinsniveau: signaalwoorden
= expliciete woorden in de tekst waarmee zinnen, zinsgedeelten en alinea's logisch aan elkaar worden gekoppeld.
11 categorieën van verbanden, voor nu alleen de 8 belangrijkste.
Slide 18 - Slide
Signaalwoorden
Slide 19 - Slide
Welke categorie verband hebben we in deze zin: "aangezien ik uitgeput was van onze wandeltocht, ben ik om negen uur gaan slapen"
A
Tegenstellend verband
B
Redengevend/verklarend
C
Samenvattend verband
D
Voorbeeld
Slide 20 - Quiz
Hoe moet je dit weten?
Theorieboek 5.11
Signaalwoorden helpen je vooral bij de andere soorten van tekststructuur en maken het lezen makkelijker. Daarnaast staan antwoorden vaak rondom signaalwoorden.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Open question
Afronding
Maandag: formatieve toets.
Theorie staat in Som vermeld. Leren hoeft niet per se, maar bedenk je wel:
beoordeling komt in Som (W0)
a.d.h.v. beoordeling bepaal ik wie extra hulp nodig heeft/plattegrond