B2: chromosomen

Welkom bij biologie!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij biologie!

Slide 1 - Slide

B2: chromosomen
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert. 
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen. 
  • Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotype ontstaat.  

Slide 2 - Slide

Paren
  • Menselijke lichaamscellen hebben 46 chromosomen
  • Deze chromosomen vormen 23 chromosomenparen
  • Beide chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde eigenschappen
  • Ze kunnen wel andere informatie voor deze eigenschap bevatten
Cel en DN
Karyogram

Slide 3 - Slide

Geslacht
  • Het 23e paar bestaat uit je geslachtschromosomen. 
  • Mannen: XY
  • Vrouwen: XX
Cel en DN
Karyogram

Slide 4 - Slide

AOS: Vrouwen met het Androgeen Ongevoeligheid Syndroom zijn ongevoelig voor mannelijke hormonen. Ze hebben wel XY-chromosomen. Eierstokken en baarmoeder ontbreken, lichaamsbeharing en zweetgeur vaak ook.
Syndroom van Turner: Vrouwen met het syndroom van Turner hebben alleen een X-chromosoom of een combinatie van cellen met alleen een X-chromosoom en cellen met XX- of XY-chromosoom. Vaak zijn vrouwen met dit syndroom niet zo lang en blijven borstontwikkeling en menstruatie achter.
Syndroom van Klinefelter: Mannen met dit syndroom hebben een extra X-chromosoom, dus XXY-chromosomen. Ze hebben een vrouwelijker vetverdeling, brede heupen en zijn vaak niet of sterk verminderd vruchtbaar.

Slide 5 - Slide

Verschillende informatie
  • Je hebt alle genen "dubbel" (dus 2x informatie voor oogkleur)
  • Deze informatie kan hetzelfde of anders zijn. Variaties voor een gen noemen we allelen
  • Je krijgt één allel van je moeder en één allel van je vader. 
Cel en DN

Slide 6 - Slide

Variatie
  • Er zijn oneindig veel mogelijke combinaties van genen in iedere geslachtscel. 
  • Veel variaties tussen individuen bij geslachtelijke voortplanting
  • Jouw genotype is uniek!
Cel en DN

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Alle celkernen van alle lichaamscellen in jouw lichaam bevatten precies dezelfde genen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Als een gen niet tot expressie komt in een bepaalde cel, dan wordt het DNA van dit gen in deze cel niet afgelezen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Je genotype wordt bepaald door de fenotype en je omgeving (milieu).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De zaadcel van een mens bevat 46 chromosomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Van elk chromosomenpaar is één chromosoom afkomstig van de moeder, en één van de vader.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Als een man zijn X-chromosoom doorgeeft aan zijn kind, dan wordt het kind altijd een jongen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Als een man zijn Y-chromosoom doorgeeft aan zijn kind, dan wordt het kind altijd een jongen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Deze karyogram is
van een man.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
  • Lees Basisstof 2
  • Maak de opdrachten!

Slide 17 - Slide

B2: chromosomen
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert. 
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen. 
  • Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotype ontstaat.  

Slide 18 - Slide

Paren
  • Menselijke lichaamscellen hebben 46 chromosomen
  • Deze chromosomen vormen 23 chromosomenparen
  • Beide chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde eigenschappen
  • Ze kunnen wel andere informatie voor deze eigenschap bevatten
Cel en DN
Karyogram

Slide 19 - Slide

Geslacht
  • Het 23e paar bestaat uit je geslachtschromosomen. 
  • Mannen: XY
  • Vrouwen: XX
Cel en DN
Karyogram

Slide 20 - Slide

Verschillende informatie
  • Je hebt alle genen "dubbel" (dus 2x informatie voor oogkleur)
  • Deze informatie kan hetzelfde of anders zijn. Variaties voor een gen noemen we allelen
  • Je krijgt één allel van je moeder en één allel van je vader. 
Cel en DN

Slide 21 - Slide

Variatie
  • Er zijn oneindig veel mogelijke combinaties van genen in iedere geslachtscel. 
  • Veel variaties tussen individuen bij geslachtelijke voortplanting
  • Jouw genotype is uniek!
Cel en DN

Slide 22 - Slide