4TL 9.4 les 1

Hfst 9 afweer en 
bescherming


  • 9.1 De huid
  • 9.2 Infecties bestrijden 
  • 9.3 Ziekten bestrijden
  • 9.4 Bloed- en orgaandonaties, les 1
  • 9.5 Soa's
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hfst 9 afweer en 
bescherming


  • 9.1 De huid
  • 9.2 Infecties bestrijden 
  • 9.3 Ziekten bestrijden
  • 9.4 Bloed- en orgaandonaties, les 1
  • 9.5 Soa's

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt vertellen welke bestanddelen van bloed bij een bloedtransfusie gebruikt worden.
  • Je kunt de bloedgroepen benoemen en van iedere bloedgroep de kenmerken beschrijven.
  • Je kunt de juiste bloeddonor aan een bloedontvanger koppelen.
  • Je kunt uitleggen waarom je rekening moet houden met de resusfactor van bloed bij bloedtransfusies,
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een orgaantransplantatie.

Slide 2 - Slide

Bloedtransfusie
Wat wordt gebruikt van een donorbloed?

  • Rode bloedcellen (voor hemoglobine: na veel bloedverlies) 
  • Bloedplasma (voor stollingseiwitten en antistoffen: bij brandwonden, ernstige infecties, hemofilie) 
  • Bloedplaatjes (bij leukemie) 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verschillende bloedgroepen

Slide 5 - Slide

Je lichaam maakt antistoffen tegen antigenen die jij niet hebt

Bloedgroep A - anti-B

Bloedgroep B - anti-A

Bloedgroep AB - geen antistoffen

Bloedgroep O - anti-A en anti-B


Krijg je het verkeerde bloed bij een bloedtransfusie dan klontert het bloed samen, de patiënt kan dan doodgaan.

Slide 6 - Slide

Bloedgroepbepaling

Slide 7 - Slide

Bloedgroepbepaling
3 x testserum:
serum met anti-A
serum met anti-B
serum met antiresus

1 druppel serum met 1 druppel bloed en goed mengen

Slide 8 - Slide

Maken en lezen:
Lezen blz 190 t/m 194
Maken opdracht 14 t/m 22




De volgende les

9.4 Bloed- en orgaandonatie
les 2 



Slide 9 - Slide

Andere bloedgroepen
Wat zegt de + of - ?

Naast de ABO bloedgroepen, is er ook een Resusfactor.

Onze bloedcellen kunnen ook het Resusantigeen hebben. Je bent dan Rh+.

Wanneer je geen resusantigenen hebt ben je Rh-, dan maak je de antistof: antiresus.

Slide 10 - Slide