2K H8 les 4 oppervlakte bij vergroten

Welkom
Zorg dat je klaar zit:
  • Laptop pakken
  • Inloggen in LessonUp
  • Inloggen bij Getal en Ruimte online

1 / 17
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom
Zorg dat je klaar zit:
  • Laptop pakken
  • Inloggen in LessonUp
  • Inloggen bij Getal en Ruimte online

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
- Uitleg: oppervlakte bij vergroten

- Oefenen met een paar opdrachten

- Opdrachten maken: 35 t/m 41 op blz. 159 t/m 161 



Slide 2 - Slide

Oppervlakte bij vergroten
Het origineel is 6 x 9 cm, 
het beeld is 12 x 18 cm.
De vergrotingsfactor = 12 : 6 = 2.

De oppervlakte van het origineel = 6 x 9 = 54 cm².
De oppervlakte van het beeld = 12 x 18 = 216 cm².
De oppervlakte is 216 : 54 = 4 keer zo groot geworden.
6 cm
12 cm
9 cm
18 cm

Slide 3 - Slide

Oppervlakte bij vergroten
De rechthoek hiernaast is vergroot. 
Het origineel is 1,5 x 1,9 cm.
Het beeld is 4,5 x 5,7 cm.
De vergrotingsfactor = 4,5 : 1,5 = 3.

De oppervlakte van het origineel = 
1,5 x 1,9 = 2,85 cm².
De oppervlakte van het beeld =
4,5 x 5,7 = 25,65 cm².
De oppervlakte is 25,65 : 2,85 = 9 keer zo groot geworden.

Slide 4 - Slide

Oppervlakte beeld berekenen
Oppervlakte beeld = vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel

Bij vergoten is de vergrotingsfactor groter dan 1
Bij verkleinen is de vergrotingsfactor kleiner dan 1

Slide 5 - Slide

Oppervlakte bij vergroten
Voorbeeld 1
De ster hiernaast wordt vergroot. 
De oppervlakte van deze ster is 40 cm².
De vergrotingsfactor is 4.

De oppervlakte van het beeld = 4² x 40 = 640 cm².

Slide 6 - Slide

Oppervlakte bij vergroten
Voorbeeld 2
De raket hiernaast wordt verkleind. 
De oppervlakte van deze ster is 200 cm².
De vergrotingsfactor is 0,5.

De oppervlakte van het beeld = 0,5² x 200 = 50 cm².

Slide 7 - Slide

Wat is de vergrotingsfactor als het linker vierkant het origineel is?
A
6 : 3 = 2
B
3: 6 = 0,5

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar:
Oppervlakte beeld = 2 x vergrotingsfactor x oppervlakte origineel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is hier de vergrotingsfactor als I het origineel is?
A
4
B
8
C
16
D
20

Slide 10 - Quiz

De oppervlakte van rechthoek I is 10 cm².

Bereken de oppervlakte van rechthoek II.
A
40
B
80
C
160
D
200

Slide 11 - Quiz

De driehoek hiernaast wordt vergroot
met een vergrotingsfactor van 3.
Bereken de oppervlakte van het beeld
in cm² (vul alleen het getal in).
Opp = 20 cm²

Slide 12 - Open question

De pijl hiernaast wordt verkleind met een vergrotingsfactor van 0,2.
Bereken de oppervlakte van het
beeld in cm² (vul alleen het getal in).
Opp = 300 cm²

Slide 13 - Open question

Van deze foto wordt een poster gemaakt.
De poster wordt 96 cm breed.

Wat is de vergrotingsfactor?
A
vergrotingsfactor= 12 : 96 = 0,125
B
vergrotingsfactor= 96 : 12 = 8
C
vergrotingsfactor= 8 : 96 = 0,08333...
D
vergrotingsfactor= 96 : 8 = 12

Slide 14 - Quiz

Van deze foto wordt een poster
gemaakt. De vergrotingsfactor is 8.
Bereken de oppervlakte van de
poster in cm2 (vul alleen het getal in).

Slide 15 - Open question

De vergrotingsfactor is 0,2.  Zet "beeld" en "origineel" op de juiste plaats onder de foto's.
Beeld
Origineel

Slide 16 - Drag question

Opdrachten maken
Wat?      35 t/m 41 op blz. 159 t/m 161 
Hoe?      Individueel
Hulp?    Buurman/buurvrouw of docent
Tijd?      15 minuten
Klaar?   Nakijken via Getal en ruimte online
timer
15:00

Slide 17 - Slide