26-01 H3 Lezen - 1b

H3 Lezen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3 Lezen

Slide 1 - Slide

Vandaag
H3 Lezen, theorie herhalen
- maken opdracht  4 (en opdracht 4a)
Fictie 
- klassikaal lezen: De regels van drie

Slide 2 - Slide

Na hoofdstuk 3 Lezen kun je:
-het onderwerp van een tekst bepalen;
-globaal en zoekend lezen om informatie uit een tekst te halen;
-het deelonderwerp van een alinea bepalen.;
-precies lezen om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen;
-de inleiding en het slot van een tekst herkennen.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog over oriënterend lezen?

Slide 4 - Mind map

Wat weet je nog over globaal lezen?

Slide 5 - Mind map

Wat weet je nog over zoekend lezen?

Slide 6 - Mind map

Hoe noem je het begin van een tekst?

Slide 7 - Open question

Wat kun je verwachten in de inleiding?

Slide 8 - Open question

Om te bepalen wat de hoofdgedachte is van de tekst ga je ... lezen
A
globaal
B
precies
C
zoekend
D
vragend

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
- we lezen samen tekst 4 (blz. 76)
- maken opdracht 4
- klaar met opdracht 4, ga verder met opdracht 4a
- je werkt hieraan tot 11.15 uur

Slide 10 - Slide

Hoe ging de opdracht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Slide

Wat is het verschil tussen
fictie en non-fictie?
A
Non-fictie is verzonnen. Fictie is echt gebeurd.
B
Fictie is verzonnen. Non-fictie is echt gebeurd.
C
Fictie kun je bewijzen. Non-fictie niet.

Slide 13 - Quiz

Een voorbeeld van non-fictie is:
A
een strip
B
een krantenbericht
C
een leesboek
D
een soap

Slide 14 - Quiz


A
Fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quiz

Fictie lezen!
Waarom?
Je ontwikkelt 'empathisch vermogen' door:
  • inleven in personages
  • nieuwe situaties
  • andere werelden
  • en je oefent onbewust spelling, formuleren en woordenschat :-)

Slide 18 - Slide