Bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw.)
Een
bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is, een bezit. Het staat
altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
VB: jullie tuin, ons feest, jouw beste vriend.
Maar: de tuin is van jullie --> jullie is hier pers. vnw