ITS IKEA Amsterdam les 1

• NT2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Les 1

programma

- kennismaken

- materiaal bekijken

- beginnen competentielijst invullen

- grammatica-oefeningen

- luisteroefening

Wat zeg je als je iemand voor het eerst ontmoet?

Vertel kort iets over jezelf

- hoe heet je?

- waar ben je geboren (plaats en land)

- is dat een stad of een dorp?

- waar woon je nu?

- heb je een partner/kinderen?

- wat is je hobby?

- wat is je favoriete eten?

- hoe was je eerste week bij IKEA?

de competentielijst

Competentie 1

Ik kan met collega’s over het werk praten 

wie vind het moeilijk om met collega's over werk te praten?

ja

nee

een beetje

Kijk naar deze video

Wat gaat er goed en wat gaat er niet goed bij het praten met collega's?

Geef allemaal een voorbeeld

Competentie 2

Ik kan over een probleem praten, bijvoorbeeld met een leidinggevende 

Wie vindt het moeilijk om met een collega of met je leidinggevende over een probleem te praten?

ja

nee

een beetje

Wat kan je zeggen als je het met iemand eens bent?

Als je het met iemand eens bent zeg je:

- oké.

- Ja.

- Inderdaad.

- Natuurlijk.

- Dat klopt.

- Dat is zo.

- Dat kan.

Wat zeg je tegen iemand als je NIET akkoord gaat?

Als je NIET akkoord gaat met iemand zeg je:

- Nee

- Dat klopt niet

- Dat is niet zo

- Dat kan kan niet

Wat zeg je als je heel verbaasd bent?

Als je heel verbaasd bent zeg je:

- echt waar?

- wat vreemd!

- Dat had ik niet verwacht!

Wat zeg je als je iets niet begrijpt.

Als je iets niet begrijpt dan zeg je:

- Dat weet ik niet

- Dat begrijp ik niet

- Wat zeg je/wat zegt u?

- Sorry, ik begrijp niet wat je/u zegt.

- Kan je dat/ kunt u dat nog een keer zeggen?

Wat zeg je als je iets niet kan verstaan?

Als je iets niet kan verstaan dan zeg je:

- kunt u/kan je wat langzamer praten?

- Kunt u/kan je dat nog een keer zeggen?

- Kunt u/kan je dat herhalen?

Wat zeg je als je iets fout hebt gedaan?

Als je iets fout hebt gedaan, dan zeg je:

- Sorry.

- Pardon.

- Het spijt me.

- Excuus.

Wat zeg je als iemand anders iets fout heeft gedaan?

Als iemand anders iets fout heeft gedaan, dan zeg je

- Geen probleem

- Dat geeft niet

Een beetje grammatica.....

Ik ............................... een broodje ............................

1. wil kopen
2. wil koopte
3. wil gekocht
4. wil kochten

Wat heb je jouw kamer mooi ..........................!

1. opruimen
2. opruimde
3. opgeruimd
4. opruim

Francien ................ morgen heel vroeg ...........................

1. moest opstaan
2. moet opstaan
3. moeten opgestaan
4. moest opgestaan

De cursisten hebben veel ..................... tijdens de cursus!

1. leren
2. geleerden
3. geleerd
4. leerden

De medewerkers ........................... vandaag veel klanten,

1. helpte
2. hielpte
3. hielpen
4. hielp

De ouders ........................ voor de deur te ..........................

1. staat wachten
2. staan wachten
3. staat wachtte
4. staat gewacht

De kinderen hebben lekker.

1. eten
2. gegeeten
3. ge-eten
4. gegeten

Ze ...................... vorige week een fout, maar het ....................... niet erg.

1. maakte was
2. moeten was
3. gemaakte is
4. gingen is

Vul de woorden in

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

15

14