This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Prettig samenwerken
Slide 1 - Slide
Wanneer werk je prettig samen?
Slide 2 - Open question
Hoe reageer jij?
Helaas gaat samenwerken niet altijd vanzelf. Soms ben je het niet met elkaar eens. Of ontstaat er ruzie. Vervelend! Hoe ga je daar goed mee om?
Slide 3 - Slide
Yasin en Mark praten over de taakverdeling. Ze zijn het niet met elkaar eens. Yasin is er helemaal klaar mee en loopt weg.
Slide 4 - Slide
Wat zou jij doen als je Mark was?
A
Niets, Yasin kiest er zelf voor om weg te lopen
B
Ik laat Yasin even met rust en praat later met hem
C
Ik roep er collega's bij en vertel over onze ruzie
Slide 5 - Quiz
Ik laat Yassin even met rust en praat later met hem
Probeer altijd met elkaar te praten. Soms is het beter om even te wachten. Weet je niet wat je moet doen? Of kom je er niet uit? Vraag dan om hulp bij je leidinggevende. Laat je collega’s er buiten. Dit is iets tussen jullie.
Slide 6 - Slide
Je werkt samen met een collega. Jouw collega doet alle leuke taken. Jij mag alleen de minder leuke taken doen.
Slide 7 - Slide
Hoe reageer jij?
A
Ik zeg niets, ik wil geen ruzie
B
Ik stop met werken, zo gaat het niet
C
Ik ga het gesprek aan met mijn collega
Slide 8 - Quiz
Ik ga het gesprek aan met mijn collega
Ga het gesprek aan. Leg uit dat jij ook graag de leuke taken wilt doen. Bespreek hoe je het werk beter kunt verdelen. Zoek samen naar een oplossing.
Slide 9 - Slide
Sonja en Nicole zijn het niet eens over de indeling van de kantine. Nicole zegt dat alles goed staat. Maar Sonja houdt vol van niet. Jij ziet dat dit uit de hand loopt.
Slide 10 - Slide
Wat zou jij doen?
A
Ik loop weg en doe alsof ik niets gehoord heb
B
Ik kies een kant en sluit me aan bij Nicole of bij Sonja
C
Ik ga het gesprek aan en waarschuw onze leidinggevende
Slide 11 - Quiz
Ik ga het gesprek aan en waarschuw onze leidinggevende
Probeer het gesprek aan te gaan met collega’s. Meng je niet in de discussie. Zo zorg je dat het niet uit de hand loopt. Lukt dit niet? Schakel dan je leidinggevende in.
Slide 12 - Slide
Je leidinggevende legt uit hoe de machine werkt. Hij is druk, dus hij heeft niet veel tijd. Hij sluit af met “Je snapt het wel, toch?”. Maar je snapt het eerlijk gezegd nog niet helemaal.
Slide 13 - Slide
Wat doe je?
A
Ik ga aan het werk en probeer er het beste van te maken
B
Ik ga iets anders doen, wat ik wel snap
C
Ik zeg tegen mijn leidinggevende dat ik het nog niet snap
Slide 14 - Quiz
Ik zeg tegen mijn leidinggevende dat ik het nog niet snap
Als je iets niet snapt, zeg dat dan. Vraag om uitleg. Ook al is het druk. Zeker tegen je leidinggevende kun je zeggen dat je het niet snapt. Dat heeft hij liever dan dat je zomaar wat gaat doen. Dat kan gevaarlijk zijn.
Slide 15 - Slide
Je werkt vandaag samen met Rayana. Je weet dat ze het thuis even moeilijk heeft. Je ziet dat ze tijdens het werk moet huilen.
Slide 16 - Slide
Hoe reageer jij?
A
Ik doe alsof ik het niet zie. Ik wil het niet moeilijker maken voor haar
B
Ik loop naar haar toe en geef haar een knuffel
C
Ik vraag haar of ze er even over wil praten
Slide 17 - Quiz
Ik vraag haar of ze er even over wil praten
Zie je dat een collega verdrietig is? Loop er dan naar toe en vraag of ze er even over wil praten. Ze zal dan zelf wel zeggen of ze dat wil of niet. Geef niet zomaar een knuffel. Niet iedereen vindt dat fijn.
Slide 18 - Slide
Je was vanmorgen te laat op het werk. Jouw leidinggevende spreekt je hierop aan. Hij vraagt hoe dat komt. Je schrikt hier een beetje van.
Slide 19 - Slide
Hoe reageer jij?
A
Ik probeer rustig te blijven en leg het uit
B
Ik word boos op mijn leidinggevende. Niet leuk dat hij dit vraagt waar iedereen bij is
C
Ik loop weg, want wil dit liever niet hier bespreken
Slide 20 - Quiz
Ik probeer rustig te blijven en leg het uit
Blijf altijd rustig. Tel even tot 10 en geef dan rustig jouw reactie. Vind je het niet fijn om dit te bespreken waar andere collega’s bij zijn? Vraag dan aan je leidinggevende of jullie even ergens anders kunnen praten.
Slide 21 - Slide
Tips voor lastige situaties
Slide 22 - Slide
Als je het niet eens bent.
Sta open voor een andere mening. Niet iedereen is hetzelfde.
Blijf altijd rustig.
Toon begrip voor elkaar.
Praat met elkaar. Stel vragen.
Los het samen op.
Lukt dit niet? Vraag dan om hulp.
Slide 23 - Slide
Als je ziet dat collega’s ruzie maken.
Kies geen kant.
Probeer met je collega’s te praten.
Haal de leidinggevende erbij als het niet lukt.
Slide 24 - Slide
Als je iets niet snapt.
Zeg dit dan.
Wees open en eerlijk.
Geef aan wat je niet snapt.
Slide 25 - Slide
Als een collega het moeilijk heeft.
Vraag of je collega wil praten.
Luister naar je collega.
Respecteer het als je collega er liever niet over praat.
Pas op met lief bedoelde knuffels. Niet iedereen vindt dat fijn.
Slide 26 - Slide
Als je leidinggevende je aanspreekt.
Geef aan wat het met je doet.
Is het teveel voor je? Praat er op een ander moment over.
Of vraag om naar een andere plek te gaan.
Laat elkaar uitpraten.
Slide 27 - Slide
Je hebt nu een paar tips gekregen. Denk eens terug aan een moment waarop het samenwerken niet zo goed ging. Hoe kwam dat? Zou je het nu anders doen?