Deviant Starttaal Vooraf (A) T2H2 lezen


Thema 2
Gezondheid


H2 lezen
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Thema 2
Gezondheid


H2 lezen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

start-klaar 
       
       Pak je laptop
       Start je laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Wacht stil tot iedereen klaar is
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

inhoud van de les
Leerdoelen
Inleiding
Instructie / Theorie
Aan de slag
Afsluiting
Evalueren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Ik weet uit welke onderdelen een tekst kan bestaan.

Ik begrijp naar welke onderdelen ik kan kijken
om te zien waar een tekst over gaat.

Ik voorspel waar een tekst over gaat.

Slide 4 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Inleiding

Herhaling spreekwoorden

Slide 5 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
letterlijk taalgebruik





er wordt precies bedoeld
wat er staat of wordt gezegd.
figuurlijk taalgebruik





er wordt iets anders bedoeld
dan er staat of wordt gezegd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een vorm van figuurlijk taalgebruik
is vergelijking.

Bij een vergelijking wordt 
een eigenschap van iets of iemand 
vergeleken met iets anders, 
omdat het daarop lijkt.

Slide 7 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

ziek               beter

                                              ongezond      gezond


                  dik       dun

Slide 8 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
vergelijking met als







zij groeit als kool.
vergelijking zonder als







een boom van een vent.

Slide 9 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 10 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
buikpijn

hoofdpijn

misselijk

verkouden

keelpijn

Slide 11 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Ik ben ziek.
Ik heb hoofdpijn.
Ik ben misselijk.
Ik moet overgeven.
Ik ben verkouden.
Ik heb kramp in mijn buik.

Slide 12 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Ik heb griep.
Ik ben verkouden.
Ik heb koorts.
Ik heb keelpijn en ik heb oorpijn.
Ik moet veel niezen.
Ik heb veel snot in mijn neus en moet snuiten.

Slide 13 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 14 - Video

This item has no instructions

letterlijk taalgebruik





er wordt precies bedoeld
wat er staat of wordt gezegd.
figuurlijk taalgebruik





er wordt iets anders bedoeld
dan er staat of wordt gezegd.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zo rood als een kreeft.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zo sterk als een leeuw.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zij is heel lenig.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zij is zo stijf als een plank.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zij is zo slank als een den.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ik verveel me dood.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hij zet zijn beste beentje voor.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zo traag als een slak.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zij groeit als kool.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hij zit op hete kolen.
letterlijk taalgebruik
figuurlijk taalgebruik

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Instructie

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

onderdelen van een tekst
opdracht 5                                                (blz. 95)

opdracht 6                                                (blz. 97)


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

onderdelen
van een tekst

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

tekst-onderdelen
titel
alinea
witregel
tussenkopje
afbeelding
bijschrift
bron

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
titel
witregel
alinea
tussenkopje
afbeelding
bijschrift
bron

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

1.Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. ? t/m 97)

2.Maak taken via JE.

Klaar? Pak zelfstandige werkmap.
timer
20:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Evalueren

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Evalueren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen


Ik ken de betekenis van de themawoorden 

over gezondheid.


Slide 37 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
de apotheek
de winkel 
waar je medicijnen kunt halen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Een winkel waar je medicijnen
kunt ophalen
A
supermarkt
B
bijsluiter
C
apotheek
D
restaurant

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

De zorg die iemand krijgt
om weer beter te worden
A
bijsluiter
B
behandeling
C
conditie
D
recept

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Pijn die ontstaan door
bewegen of sporten
A
conditie
B
sportief
C
blessure
D
gezondheid

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

De informatie die je krijgt
bij een medicijn.
A
bijsluiter
B
recept
C
gebruiksaanwijzing
D
eetpatroon

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Hoe fit je bent
A
gezondheid
B
blessure
C
sportief
D
conditie

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Wat je meestal eet
en op welk moment van de dag
A
ontbijt
B
eetpatroon
C
dieet
D
menu

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

hoe het met jouw lichaam gaat,
of je ziek bent of niet
A
fit
B
gezondheid
C
vitamine
D
sportief

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Een briefje of digitaal bericht
van de dokter waarop staat
welk medicijn je moet krijgen.
A
recept
B
bijsluiter
C
rekening
D
spelregels

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Wat je van iemand kan zeggen
die veel sport
A
krachtpatser
B
stoer
C
sportief
D
sterk

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Een stof die je helpt
om gezond te blijven
A
vitamine
B
red bull
C
water
D
chocolade

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions