Een bak water wordt verwarmd. Iedere 30 seconden meet Kees de temperatuur: 18,23,28,34,39,44,50,55,60,66,70.
Maak van deze meetwaarden een tabel. In de linkerkolom zet je de tijd en in de rechterkolom zet je de temperatuur.
Klaar? Maak van de tabel een lijngrafiek.