Grammatica woordsoorten WW

Lesplanning 1hmj
* 15 min. lezen

* Terugblik:  
-Schrijfopdracht
-Grammatica huiswerk (vz) nagekeken

* Herhaling theorie grammatica woordsoorten



1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesplanning 1hmj
* 15 min. lezen

* Terugblik:  
-Schrijfopdracht
-Grammatica huiswerk (vz) nagekeken

* Herhaling theorie grammatica woordsoorten



Slide 1 - Slide

Lesplanning fh1g 
* 15 min. lezen

* Terugblik: huiswerk nagekeken:
 hww/zww opdr. 1 t/m 6
psv/bzv opdr. 1 t/m 4
vz opdr. 1, 2 en 5 blz. 222

* Herhaling theorie grammatica woordsoorten herhalen

Slide 2 - Slide

15 mintuten lezen 
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Woordsoorten 


Lesdoel:
- Je kan zelfstandig en hulpwerkwoorden herkennen 

Slide 4 - Slide

Voorzetsels

Slide 5 - Slide

Het voorzetsel
Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Voorzetsels zijn onder andere:


Slide 6 - Slide

Voorzetsel

Slide 7 - Slide

Het voorzetsel
Met een voorzetsel kun 
je waar en wanneer 
aangeven. 

Slide 8 - Slide

Aan de slag!

1. Lees de theorie (blz. 222)

2. Klassikaal:
Maak opdr. 1 

Zelfstandig:
opdr. 2 en 5

Slide 9 - Slide

Lesafsluiting

* Lesdoelen:
-Je kan onderscheid maken tussen: 
1. zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden 
2. persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden 
- Je kan de voorzetsels benoemen

* Vooruitblik:
quiz Grammatica


Slide 10 - Slide

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is WW.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Slide 11 - Slide

Herkennen van de werkwoorden
  • In een zin staat altijd maar één zelfstandig werkwoord.
  • Als in een zin slechts één werkwoord (=pv) staat, is dat een zelfstandig werkwoord.
  • Als er meer werkwoorden in een zin staan, staat het zww meestal achter in de zin. Alle overige werkwoorden, dus ook de pv, zijn hulpwerkwoord

Slide 12 - Slide

De persoonsvorm (pv)
  • De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
  • Elke zin heeft altijd één persoonsvorm.
  • Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.



Slide 13 - Slide

Opdracht 1 

a Sezen kan heel mooi pirouetten draaien

b Je moet alijd in jezelf blijven geloven 

c Vandaag zul je echt aan je werkstuk voor biologie moeten beginnen 

d Had je vanmorgen de krantenjongen nog gezien?

Slide 14 - Slide