Waterstofsulfide + zuurstof + koolstofdioxide --> suiker + water + zwavel - Meerdere reactievergelijkingen mogelijk - Bijproducten verschillen per reactievergelijking
Slide 4 - Slide
Chloroplasten
Primaire pigment fotosynthese is chlorofyl a
Chlorofyl b, carotenoiden
Geven planten de groene kleur
Ontstaan door endosymbiose
Slide 5 - Slide
Absorptie
Verschillende pigmenten kunnen verschillende golflengten licht opnemen
Slide 6 - Slide
Absorptie
Mariene soorten hebben verschillende pigmenten afhankelijk van de diepte waar ze voorkomen.
Blauw licht bereikt het diepste deel, rood licht verdwijnt het eerst
Slide 7 - Slide
Absorptie
Opgeloste deeltjes verminderen het doordringen van het licht
Troebelheid van het water wordt gemeten met een Secchi disk.
Slide 8 - Slide
Beperkende factoren
Voedingsstoffen
Hoeveelheid en golflengte licht
Temperatuur
Concentratie koolstofdioxide
Slide 9 - Slide
Productiviteit
Primaire productiviteit: Snelheid van productie van nieuwe biomassa (suikers) door autotrofe organismen (producenten)
Verbranding: Proces waardoor alle levende organismen de energie vrijmaken die is vastgelegd in organische moleculen zoals suikers - Energie gebruikt om metabolische reacties organisme uit te voeren - Glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water + energie
Slide 10 - Slide
Bruto en netto primaire productie
Bruto: hoeveelheid energie die producenten kunnen vastleggen
Netto: hoeveelheid energie die overblijft om nieuwe biomassa te maken na respiratie (NPP = BPP - R )
Slide 11 - Slide
Meten productie
Verandering zuurstof en koolstofdioxide concentratie
Lichte (doorzichtige) en donkere flessen op verschillende dieptes
Bruto- en netto primaire productie uitrekenen
Deep chlorophyll maximum (DCM)
Compensatiepunt
Slide 12 - Slide
Compensatiepunt
Respiratie en fotosynthese gelijk (NPP = 0)
Beneden compensatiepunt nog wel licht beschikbaar, maar producenten kunnen niet overleven want respiratie is groter dan fotosynthese (disfotische zone)
Afotische zone geen licht
Slide 13 - Slide
Producenten
Primaire producenten basis van alle voedselketens en voedselwebben
Fytoplankton (algen) belangrijkste autotroof in de oceaan - Diatomeeën, dinoflagellaten, cyanobacteriën - Fytoplankton gegeten door zoöplankton
Macroalgen (kelp)
Gewortelde planten (zeegras)
Slide 14 - Slide
Diatomeeën
Eencellig fytoplankton
Oceanisch oppervlaktewater
Celwanden van silicum
Slide 15 - Slide
Dinoflagellaten
Eencelligen
Oceanisch oppervlaktewater
Toxische algenbloeien
Bioluminiscentie (zeevonk)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Zooxanthellen
Dinoflagellaten
Leven in mariene organismen - Koralen, kwallen, anemonen
Mutualistisch
Verschillende soorten hebben verschillende kleuren
Slide 18 - Slide
Cyanobacteriën
Fotosynthetische bacteriën
Een van de eerste levensvormen op aarde
Oppervlaktewater
Cyanotoxinen
Slide 19 - Slide
Algenbloei
Veel voedingsstoffen leidt tot explosieve algengroei
Algen produceren toxinen (rode getijden)
Dode algen worden afgebroken door reducenten die daarbij veel zuurstof verbruiken (dode zones)
Slide 20 - Slide
Sargassum
Bruine macroalgen
Open zee
Los ronddrijvende matten
Voedselbron en bescherming
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Zeegras
Groene, bloeiende planten
Belangrijk als zuurstof producent en primaire producent in voedselweb
Wortelsysteem stabiliseert substraat
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Kelp
Bruine macroalgen
Koud voedingsstofrijk water
Basis voedselweb, stabiliseren ecosysteem en creëren habitat
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Werkcollege
Practicum 1.3 - Preparaten ophalen, werken in drietallen (twee preparaten) Microscoop: beginnen op kleinste vergroting (rood, 40x), scherp stellen met grote schroef. Als je naar grotere vergroting gaat (geel of blauw) scherpstellen met kleine schroef! - Opruimen: preparaten inleveren, kleinste vergroting boven de tafel draaien, tafel naar beneden draaien met grote schroef
PO: Artikel lezen, belangrijke informatie markeren, toevoegen aan map