Leesbevordering

Terugblik semester 1
1 / 63
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 63 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Terugblik semester 1

Slide 1 - Slide

Ik vond het examen van Nederlands: Spreken en Luisteren...
Haalbaar
Moeilijk

Slide 2 - Poll

Dit vond ik moeilijk/makkelijk tijdens het examen van Nederlands: Spreken en Luisteren

Slide 3 - Open question

Het handboek Volop Taal is gemakkelijk om te begrijpen/studeren.
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Noteer hier even waarom je het makkelijk/moeilijk vond.

Slide 5 - Open question

Het lezen van
kinderboeken vond ik...

Slide 6 - Mind map

Dit was het leukste kinderboek
dat ik gelezen heb in semester 1:
(geef titel en auteur)

Slide 7 - Open question

Het maken van een
leesportfolio vond ik...

Slide 8 - Open question

Het maken van mijn leesportfolio
in Seesaw vond ik...
Handig
Frustrerend
Een meerwaarde
Lastig
Best ok

Slide 9 - Poll

Indien je het gebruik van Seesaw niet handig of geen meerwaarde vond, vertel dan hier even waarom niet.

Slide 10 - Open question

Ken jij zelf nog een handigere app/manier om een portfolio te maken?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Leesbevordering
Deze doelstellingen trachten we te bereiken in de lessen rond leesbevordering:
  • de studenten verwerven inzicht in de leesontwikkeling
  • de studenten verwerven inzicht in de leesvoorkeuren van jonge lezers
  • de studenten bespreken de positie van jeugdliteratuur t.o.v. de media
  • de studenten verwerven inzicht in leesbevordering in het lager onderwijs
  • de studenten verwoorden hun inzichten in de literaire analyse
  • de studenten beoordelen de complexiteit van (kinder)boeken en de literaire kwaliteit
  • de studenten benoemen de bekendste literaire prijzen
  • de studenten verwerven inzicht in de literaite competentie
  • de studenten verwerven inzicht in de didactiek van Leesbevordering
  • de studenten ontwerpen een les leesbevordering uit volgens de geldende didactiek

Slide 13 - Slide

Volop Taal
p. 160

Slide 14 - Slide

Waarom inzetten
op lezen?

Slide 15 - Mind map

Waarom inzetten op lezen?
Cruciale vaardigheid voor: 
  • onderwijssucces
  • maatschappelijke participatie 
  • levenslang leren

Jouw taak als leraar? Leerlingen klaarstomen om volwaardig te kunnen deelnemen aan onze maatschappij. 

Slide 16 - Slide

Lezen & schoolsucces
Kennis verwerven gebeurt: 
  • mondeling, maar vooral schriftelijk
  • in taallessen en niet-taallessen

Sterke link tussen lezen en andere domeinen van Nederlands:
woordenschat, taalbeschouwing ...
  • Link met schriftelijke vaardigheden
  • Link met mondelinge vaardigheden

Slide 17 - Slide

Lezen & cognitieve en sociaal-emotionele  ontwikkeling
Lezen:
  • scherpt je denkvermogen aan
  • zorg voor kennis over de wereld én een betere leesvaardigheid
  • bevordert het empathisch vermogen 
  • prikkelt het voorstellingsvermogen en de creativiteit
  • helpt kinderen om zelfstandig hun wereld te verkennen, verruimen, ordenen en begrijpen
  • ontwikkelt je literaire competentie

Slide 18 - Slide

Cursus leesbevordering
Aangezien leesbevordering cruciaal is, vind je nog meer informatie hierover in een aparte cursus op BB onder
Leesbevordering > Uitvoeren. Deze wordt in de volgende slides toegelicht.

Slide 19 - Slide

1. Jonge lezers 
1.1 Leesontwikkeling
Schoolkindfase (6 – 12 jaar): evolutie:

  • cognitief: technisch lezen en redeneren, zich inleven, informatie verzamelen, ...
  • qua smaak: van fantasieverhalen naar realistische verhalen (avontuur)
  • moreel: van autoriteit ouders naar eigen oordeel
  • metalinguïstisch: taalspel, beeldspraak

Slide 20 - Slide

1.2 Leesvoorkeuren
Voorkeur afhankelijk van:
  • leeftijd (zie schoolkindfase), interesse, periode, genre, ...
  • meervoudige intelligentie: ieder kind bezit verschillende (mix van) talenten
  • sociale achtergrond: thuissituatie, anderstalige leerlingen, leerlingen uit verschillende culturen
DUS: verschillende kinderboeken aanbieden (zie boekenbeesten)!


Slide 21 - Slide

1.3 positie t.o.v. de media
  • oudere media vervangen nieuwere niet, ze vullen elkaar aan: radio/tv, tv/internet, boek/film
  • “ontlezing”: minderheid las en leest vrijwillig
  • effect van nieuwe media op verschillende vormen van vrijetijdsbesteding




Slide 22 - Slide

2. LEESBEVORDERING
2.1 Literaire analyse
  • de thematiek
  • de personages
  • het vertelstandpunt
  • de tijd
  • de ruimte
  • de stijl
  • het genre
  • de functies van jeugdliteratuur


Slide 23 - Slide

Thematiek

Slide 24 - Mind map

Personages
  • personen/personages
  • hoofdpersonages - nevenpersonages
  • types (flat character) - karakters (round characters)
  • meest voorkomende personages?

Slide 25 - Slide

Auctoriale/auctoriële/
alwetende verteller
A
Kent de gedachten en gevoelens van alle personages
B
Speelt mee in het verhaal
C
Lezer kijkt door de ogen van het personage (subjectief)
D
Spreekt de lezer soms aan

Slide 26 - Quiz

Ik-verteller
A
Kent de gedachten en gevoelens van alle personages
B
Speelt mee in het verhaal
C
Lezer kijkt door de ogen van het personage (subjectief)
D
Spreekt de lezer soms aan

Slide 27 - Quiz

Personele hij/zij-verteller
A
Kent de gedachten en gevoelens van alle personages
B
Speelt mee in het verhaal
C
Lezer kijkt door de ogen van dit personage (subjectief)
D
Spreekt de lezer soms aan

Slide 28 - Quiz

Tijd
  • chronologisch of niet-chronologisch
  • vooruitverwijzingen, terugverwijzingen (vs. flashback)
  •  continu of niet-continu (tijdsverdichting)
  • verteltijd versus vertelde tijd (gelijk, versnelling, vertraging)

Slide 29 - Slide

Bij oudere lezers...
A
is het verhaal altijd chronologisch
B
is de vertelde tijd langer dan bij jongere lezers
C
is de verteltijd langer dan bij jongere lezers
D
komen veel vertragingen voor

Slide 30 - Quiz

Ruimtes?

Slide 31 - Mind map

Ruimte
  • onbepaald (enkel globaal beeld) of bepaald
  • summier of uitvoerig beschreven
  • reëel bestaand (met eventueel een verzonnen verhaal) of verzonnen 

Slide 32 - Slide

Hoe draagt de ruimte bij aan de betekenis van een verhaal?

Slide 33 - Open question

Stijl - recensies
Lees 1 van onderstaande recensies grondig. Wat vind je terug over de stijl? Noteer dit zo dadelijk op de volgende slide.

Helden - Daan Remmerts de Vries (Illustrator: Sebastiaan Van Doninck)


Slide 34 - Slide

Stijl?

Slide 35 - Mind map

Welke nuttige informatie vind je nog in deze recensies?

Slide 36 - Open question

Genres 
OPGELET: het document met de verschillende genres en hun kenmerken vind je op Blackboard onder Leesbevordering > Voorbewerken.

Weg - Bettie Elias:
Dinar en zijn familie wonen in Kosovo. In Kosovo is een burgeroorlog aan de gang. Dinar en zijn familie moeten vluchten, weg van de plek waar Dinar is geboren, naar een ver vreemd land. Ze gaan naar België... Dinars verhaal laat je voelen hoe akelig het is om uit je eigen land te moeten vertrekken, en hoe moeilijk het is om aan een nieuw land te wennen.

Stinkhond - Colas Gutman: Knijp je neus stevig dicht, want Stinkhond komt eraan! Het is een beetje grof, maar wel waar. Er is geen hond op straat die viezer ruikt en dommer praat dan Stinkhond. Vraag het maar aan Plattekat, die hem alles wel honderd keer moet uitleggen. Nu wil Stinkhond weten hoe hij aan een baasje geraakt. Zit er eentje in de vuilnisbak misschien?
Het verhaal van Stinkhond is grappig en gevaarlijk maar ook een beetje zielig. Zou jij hem in huis willen nemen?






Slide 37 - Slide

Genres: vervolg
Jacht op de kattenbeul - Patrick Lagrou: Niels Decadt is anders. Hij houdt van drones, computers en katten. Op school heeft hij weinig vrienden, maar daar hij is al aan gewend. Dat verandert wanneer er een nieuwe klasgenoot bijkomt: Yana. Zij lijkt wel in hem geïnteresseerd en begrijpt hoe hij in elkaar zit. Wanneer er geruchten opduiken van katten die gedood worden, gaan Niels en Yana op zoek naar de kattenbeul.

Bob Popcorn: Maranke Rinck: Ellis is gek op popcorn. Nu ja, ze is misschien een béétje verslaafd. Volgens haar ouders moet het voortaan gezonder. Ze willen de magnetron verkopen! In het schuurtje naast het huis bouwt Ellis dan maar een geheim popcorn-paradijs. Ze opent een pakje, poft de maïs en schrikt. De laatste korrel poft niet. Hij groeit en verandert in een woedend maïsmannetje. Hier heeft Ellis toch niet om gevraagd?

Morgen is hij weg - Do Van Ranst: Mama en papa maken al lang ruzie. Lena en haar broertje Stef zijn het helemaal zat. Maar dat papa op een zaterdagochtend plots aankondigt dat hij ergens anders gaat wonen... dat is toch ook onverwacht.
Lena is boos en verdrietig tegelijkertijd. De hele dag lang probeert ze te wennen aan dat ene zinnetje: Morgen is hij weg.



Slide 38 - Slide

Hier-en-nuverhaal
Dierenverhaal
Fantasieverhaal
Oorlogsverhaal
Detectiveverhaal
Leef-en belevingswereld van kinderen staat centraal (gezin, school, maatschappij)
4 soorten ; dieren zijn vaak hoofdpersonages, vaak dieren met menselijke kenmerken
WO II, of recentere oorlogen. Kinderen en hun ervaringen/ gevoelens staan centraal
Groepje kinderen ontdekt per toeval een misdrijf, vaak tijdens een vakantie in hun eigen dorp...
3 soorten: alles fictie, realistische wereld met fantastische personages,  van realiteit naar fantasiewereld

Slide 39 - Drag question

Functies
  • de ontspannende functie: spanning en humor
  • de informatieve functie: feiten, kennis
  • de zingevende functie: waarden en normen
  • de emotieve functie: herkenbare gevoelens, identificatie
  • de creatieve functie: verbeelding en verrassing
  • de literair-esthetische functie: taalspel en illustraties

Slide 40 - Slide

Opdracht
  • Per 3 - camera/micro aanzetten
  • Kies je favoriete boek uit je leesportfolio van semester 1 (of een ander vak dat je al eerder volgde van Nederlands). 
  • Neem je leesfiche van dat boek (via Seesaw) erbij. 
  • Neem de cursus van leesbevordering + het document met de genres van vorig semester er terug bij. Je vindt deze onder de stap 'voorbewerken'. 



  • Ben je nieuw? Probeer dan vooral actief mee te denken met de anderen.

Slide 41 - Slide

Opdracht: vervolg
  • Bespreek in je groep minstens 2 items uit de literaire analyse. Doe dit uitgebreid. Lees voor wat je schreef of toon het via de knop 'scherm delen'. 
  • Vergelijk dit met de cursus. Welke items kon je nog toevoegen? Herschrijf je stukje tekst. Lees het opnieuw voor aan elkaar. 
  • Je krijgt hiervoor 20 minuten de tijd. 
timer
20:00

Slide 42 - Slide

2.2 Complexiteit
“Moeilijke” boeken?
  • leestechnisch niveau
  • nieuwe ervaring
  • gelaagdheid
  • open plekken
  • indirect taalgebruik
  • nood aan voorkennis

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

2.3 Literaire kwaliteit
Literaire argumenten:
  • realistisch
  • emotivistisch
  • moreel
  • structureel
  • vernieuwend

Slide 47 - Slide

2.4 Prijzen en jury's
Prijzen voor volwassenenliteratuur

Prijzen voor kinderliteratuur: door volwassenen OF door kinderen uitgereikt


Slide 48 - Slide

Literaire prijzen
Voor volwassenen
  • Libris literatuurprijs
  • P.C. Hooftprijs
  • Nobelprijs voor de Literatuur

Voor kinder- en jeugdliteratuur
  • Gouden Griffel, Zilveren Griffel
  • Gouden Penseel, Zilveren Penseel
  • Boekenleeuw, Boekenpauw
  • Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen
  • Woutertje Pieterse Prijs

Slide 49 - Slide

2.5 Literaire competentie
Doel van leesbevordering: leerlingen literair competent maken d.w.z.
  1. wegwijs geraken in het aanbod,
  2. inzicht hebben in verhalen (literaire analyse),
  3. een boek kunnen beoordelen.



Slide 50 - Slide

2.6 Lessen
Doelstellingen:
  • de drie literaire (deel)competenties
  • plus eventueel de doelstellingen van andere domeinen van Nederlands
Werkvormen:
  • zijn beeldend, dramatisch, muzikaal, ...
  • dienen het leesplezier te vergroten


Slide 51 - Slide

2.6 Vrij lezen
Voor het lezen
Aanbieden: zorg voor een gevarieerd aanbod, richt de boekenhoek aantrekkelijk in
Kiezen: laat de leerlingen boeken zoeken die hen boeien, elke leerling op zijn tempo; help de leerling eventueel: stel vragen en bekijk de boeken samen
Lezen: spreek af dat elke leerling ongeveer vijf minuten moet lezen, pas nadien mogen ze eventueel ruilen



Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

2.6 Vrij lezen
Tijdens het lezen
Sfeer: creëer een rustige sfeer
Timing: waak erover dat elke leerling minimum 20 minuten de tijd krijgt, geef enkele minuten op voorhand aan dat de tijd om is
Ondersteuning: richt je aandacht op leerlingen die niet tot lezen komen: zoek uit waarom; tracht leerlingen te motiveren



Slide 54 - Slide

Mogelijke werkvormen
De boekendans
Speeddaten met boeken
Leesbingo
Grabbeltaken


Slide 55 - Slide

2.6 Vrij lezen
Na het lezen
Laat leerlingen die iets over hun boek willen vertellen aan het woord: dit werkt leesbevorderend

Slide 56 - Slide

Opdracht
Ontwerp – in groepen van vier – een les die aan (één of enkele van) deze doelen werkt. Dit moet je les bevatten:
- de doelstellingen
- het lesverloop met de lesfasen
- eventueel: een werkblad
- Differentiatie - uitbreiding: de inhoudsanalyse

Werk met authentieke materialen: bied fragmenten uit kinderboeken aan en gebruik daarbij zeker een site rond kinderliteratuur (of laat de leerlingen één gebruiken).



Slide 57 - Slide

Kies één van volgende onderwerpen voor je les:
1. wie de personages zijn in verhalen (denk aan de drie belangrijkste categorieën);
2. hoe een verhaal kan aflopen (happy-ending, open einde, …);
3. hoe je reclame kan maken voor een boek;
4. wat het verschil is tussen fantasie en werkelijkheid in bv. dierenverhalen;
5. welke verschillende genres van kinderboeken er bestaan en wat hun kenmerken zijn;
6. welke verschillen en gelijkenissen er bestaan tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ sprookjes;
7. hoe je een spreekbeurt kan geven over een bekende schrijver of schrijfster;
8. welke “klassiekers” er bestaan in de kinderliteratuur.

Slide 58 - Slide

Inspirerende websites
iedereenleest.be
boekenzoeker.be
leesplein.be
kjv.be
pluizer.be
ikhaatlezen.be
hetmooistekinderboek.be
ibby-europe.org

Slide 59 - Slide

Deze 3 inhoudelijk zaken neem ik zeker mee uit deze les?

Slide 60 - Open question

De aanpak van deze les vond ik...

Slide 61 - Open question

Slide 62 - Video

Slide 63 - Video