Leren onderwijzen 10/12/20: thema evaluatie

De leerlingen van het zesde leerjaar hebben vorig jaar reeds enkele lessen gehad over de Oudheid, via een quiz ga je na wat ze al weten voor de lessen beginnen. Dit is een voorbeeld van:
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Pedagogie

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De leerlingen van het zesde leerjaar hebben vorig jaar reeds enkele lessen gehad over de Oudheid, via een quiz ga je na wat ze al weten voor de lessen beginnen. Dit is een voorbeeld van:
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 1 - Quiz

Je stelt tijdens de les een vraag om te controleren of de leerlingen het verschil tussen de omtrek en de oppervlakte kunnen uitleggen
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 2 - Quiz

De leerlingen krijgen een opdracht om in groep uit te voeren, ze leveren een eindproduct af waarvan de punten op het rapport komen.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 3 - Quiz

Om de studie geneeskunde aan te kunnen vatten moet je slagen voor een toelatingsproef.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 4 - Quiz

Met deze quiz wil ik nagaan of jullie kunnen aangeven of een evaluatieopdracht formatief of summatief van aard is
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 5 - Quiz

Meester Jan geeft iedere leerling die boven het klasgemiddelde scoort op een toets rekenen een extra duimpje. Dit is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgericht beoordelen.
C
Leerlinggericht beoordelen.

Slide 6 - Quiz

Zorgjuf Paulien geeft Rik een stickertje omdat hij minder schrijffouten in het dictee schreef dan vorige keer. Dit is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgericht beoordelen
C
Leerlinggericht beoordelen

Slide 7 - Quiz

Om aan de opleiding arts/tandarts te mogen beginnen, moesten studenten tot enkele jaren geleden voor de toelatingsproef minstens 10/20 scoren voor het onderdeel 'kennis en inzicht in de wetenschappen', minstens 10/20 voor 'informatie verwerven en verwerken' en minstens 22 op 40 op beide examengedeelten samen. Dit is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgericht beoordelen
C
Leerlinggericht beoordelen

Slide 8 - Quiz

Tegenwoordig moeten studenten om te starten met de opleiding arts of tandarts, op het toelatingsexamen minstens de helft behalen voor elk onderdeel én bij de respectievelijk 1276 of 180 best gerangschikte deelnemers zijn (rangschikking o.b.v. de totaalscore). Dit laatste is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgerichtgericht beoordelen
C
Leerlinggericht beoordelen

Slide 9 - Quiz

Met een leerlingvolgsysteem (LVS) kan je op regelmatige tijdstippen de vorderingsniveaus van je leerlingen nagaan. Dit is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgericht beoordelen
C
Leerlinggericht beoordelen

Slide 10 - Quiz

Voor het opleidingsonderdeel 'leren onderwijzen' leg je een examen af waarvan het puntenaantal herleid wordt naar een cijfer op 20. Vanaf 10/20 verdien je een credit en ben je geslaagd. Dit examen is een voorbeeld van:
A
Criteriumgericht beoordelen
B
Normgericht beoordelen
C
Leerlinggericht beoordelen

Slide 11 - Quiz

Sarah zit in de laatste kleuterklas en de juf wil weten of ze haar veters kan binden. Ze geeft Sarah een schoen en vraagt haar een strik te maken. Dit is een voorbeeld van:
A
Een kort-antwoord vraag
B
Een begrensde open vraag
C
Een vaardigheidsproef

Slide 12 - Quiz

De leerlingen van het zesde leerjaar krijgen de opdracht om een Rube Goldbergmachine te bouwen in een groep van drie leerlingen. Dit is een voorbeeld van:
A
Een vaardigheidsproef
B
Een onbegrensde open vraag
C
Een alternatieve evaluatievorm

Slide 13 - Quiz

De leerlingen van het zesde jaar Sociaal-Technische Wetenschappen gaan een dag meedraaien in een rusthuis, kleuterklas of kinderopvang. Dit is een voorbeeld van:
A
Een onbegrensde open vraag
B
Een vaardigheidsproef
C
Een stage

Slide 14 - Quiz

De leerlingen krijgen zes kaartjes met etenswaren op en dienen deze te leggen in volgorde van wat je veel moet eten naar wat je minder moet eten. Dit is een voorbeeld van:
A
Een vaardigheidsproef
B
Een rangschikvraag
C
Een alternatieve evaluatievorm

Slide 15 - Quiz

Welke kwaliteitseis komt in het gedrang in volgend voorbeeld: Voor de studenten van PXL-IT wordt een proefexamen Wiskunde afgenomen. Lisa heeft hiervoor niet voldoende gestudeerd omdat ze gewoon eens wil kijken naar de vragen zodat ze zich bij het echte examen beter kan voorbereiden. Hierdoor haalt ze een 1/20. Achteraf blijkt echter dat het proefexamen voor 40% van de eindbeoordeling meetelt. Dit wist Lisa echter niet.
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Transparantie

Slide 16 - Quiz

Welke kwaliteitseis komt in volgend voorbeeld in het gedrang?
Nawfel is een leerling van 12 jaar. Hij is in september verhuisd van Marokko naar België en heeft het Nederlands nog niet goed onder de knie. In oktober krijgt hij een toets over vraagstukken. Ondanks dat hij erg sterk is in wiskunde, slaagt hij niet op de toets.
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Transparantie

Slide 17 - Quiz

Welke kwaliteitseis komt in het gedrang in volgend voorbeeld: de leerlingen van het zesde leerjaar werken enkele weken rond het thema 'de zee' en sluiten dit af met een week zeeklassen. Ter voorbereiding van de toets rond dit thema krijgen ze enkele voorbeeldvragen. Dit zijn meerkeuzevragen waarbij er telkens gevraagd wordt welk zeedier er te zien is op de foto. De toets zelf bestaat uit één vraag: leg uit wat plankton is.
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Transparantie

Slide 18 - Quiz

Welke kwaliteitseis komt in het gedrang in volgend voorbeeld?
Om na te gaan of de leerlingen het doel 'de leerlingen kunnen hun voorkeurhand efficiënt gebruiken' hebben bereikt, moeten de leerlingen de meerkeuzevraag invullen: Wat is je voorkeurhand a) links b) rechts.
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Transparantie

Slide 19 - Quiz

Welke kwaliteitseis komt in volgend voorbeeld in het gedrang?
Juf Nadia wil nagaan of de leerlingen van het zesde leerjaar het volume van een balk kunnen berekenen. Ze vraagt op de toets om de formule in eigen woorden uit te leggen. Ze trekt een halve punt af bij elke schrijffout die de leerlingen maken. De leerlingen wisten dit niet op voorhand.
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Transparantie

Slide 20 - Quiz