Het begint allemaal bij het zaad. Aspergeveredelaars kweken speciale zaden, deze zaden worden bij de plantvermeerderaars uitgezaaid en groeien uit tot aspergeplanten (wortels). Wanneer de planten groot genoeg zijn, gaan ze naar de aspergetelers. Zij plaatsen de planten in de aspergebedden en dan is het afwachten, want pas na twee jaar kan er voor het eerst geoogst worden. Aspergetelers hebben het liefste een luchtige ondergrond, daar kunnen de planten beter groeien.