W17 FR 1VH H4 les 5

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bonjour 1G
Semaine 17:
20 avril à 22 avril

Slide 2 - Slide

Pendant ce cours:

corriger les devoirs
test jezelf vocabulaire
les devoirs
tips en aanwijzingen
> Lesdoel: Aan het einde van deze les heb je alle vocabulaire, zinnen en grammatica van hoofdstuk 1 herhaald. 

- Vaardigheid: woordkennis uitbreiden

Slide 3 - Slide

Les corrigés: opdrachten nakijken
Eerst volgt het huiswerk van week 15 en dan van week 16 (vorige week)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

huiswerk van vorige week (16)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

les devoirs
Apprendre unité 1: répéter (herhalen)

                    > bron A, b,c,d,e,f,g,h et les nombres 0 à 20
> page 52-55                                        
             

Slide 15 - Slide

Tips voor het leren van woorden
> Korte stukjes HERHALEN op meerder dagen (5 min. elke dag).
> Spreek het woord hardop uit/ schrijf het woordje op. (Uit onderzoek blijkt dat hoe meer zintuigen je gebruikt hoe beter je het onthoudt).

 > Woordweb maken
> quizzlet/wrts gebruiken (mondeling overhoren kan ook door iemand).
> Sorteer de woorden (op alfabet, alle werkwoorden in een tabel).
> Schrijf het woord op een kaart en de vertaling op de andere kant (maak er een leuke spel van). 
> Voor de creatieven onder ons, teken iets kleins bij het woord zelf.

Slide 16 - Slide

test jezelf unité 1
- fais le quiz à la page suivante SANS LIVRE
- FERME TON LIVRE


Slide 17 - Slide

Traduis le mot en néerlandais:

- la piscine
A
de vakantie
B
het zwembad
C
de tekening
D
proberen

Slide 18 - Quiz

Traduis le mot en néerlandais:

- on adore
A
men is dol op
B
men is gek op
C
wij zijn dol op
D
wij zijn gek op

Slide 19 - Quiz

morgen
A
aujourd'hui
B
demain

Slide 20 - Quiz


A
le chat
B
le chien

Slide 21 - Quiz


A
bedankt

Slide 22 - Quiz

Kies uit:
Tu es __ beau.(très/avec)
A
très
B
pour

Slide 23 - Quiz

Kies uit: Tu as un frère? __ (Au revoir/ oui, il a 13 ans/oui, j'ai un frère)
A
au revoir
B
oui, il a 13 ans
C
oui, j'ai un frère
D
oui, il s'appelle Mohammed

Slide 24 - Quiz

schrijf het rijtje van avoir op met de vertaling. Vervoeg op de juiste manier.

Slide 25 - Open question

Zie andere powerpoint voor cijfer opdracht:)

Denk aan de einddata!!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide