Betoog en presentatie 3 lessen

Periode 3
Betoog en presenteren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Periode 3
Betoog en presenteren

Slide 1 - Slide

Planning
Les 1: Uitleg betoog (examen!!)- nadenken over argumenten
Les 2: Prompt maken- betoog genereren-kritisch evalueren
Les 3: Betoog als bewijsmateriaal inleveren met kritische evaluatie
Volgende lessen: Presenteren

Slide 2 - Slide

Les 1 Hoe maak ik een betoog?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Opbouw van een betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
  1. Inleiding met stelling
  2. Kern met argumentatie
    - Minimaal drie argumenten voor
    - Minimaal een argument tegen
    - Weerlegging van het tegenargument
  3. Slot

Slide 5 - Slide

Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 

               Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

Slide 6 - Slide

INLEIDING
  1. - Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
  2. - Uitdagende openingszin
  3. - Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
  4. - Anekdote
  5. - Persoonlijke ervaring
  6. - Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
  7. - Eindigen met je stelling
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 10 - Slide

SLOT
  • Herhaling van de stelling
  • Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
  • Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
  • Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
  • Toekomstverwachting


  1. Je mag ook een combinatie maken!
  2. Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 11 - Slide

SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer.
Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

Slide 12 - Slide

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 13 - Quiz

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 14 - Quiz

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 15 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 16 - Quiz

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten.
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 17 - Quiz

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 18 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Even samenvatten
  • een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
  • een betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling
  • een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen    
  • je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken

Slide 20 - Slide

Hoe verzin je zelf een stelling?


  • Stelling is kort en krachtig
  • Een stelling is zo eenvoudig mogelijk
  • Er mag geen ontkenning in staan
  • Je moet iets verzinnen waar mensen het oneens over kunnen zijn
  • Er mag geen argument in de stelling staan

Slide 21 - Slide

Opdracht
Bedenk een stelling en bedenk daar 3 voorargumenten, 1 tegenargument en 1 weerlegging bij. 

Let op: Je hoeft het betoog niet volledig te schrijven. Zorg dat je deze stelling en deze argumenten in een schema opslaat. Volgende les heb je dit nodig!

Slide 22 - Slide

Les 2 Stap 1:
Ga naar AI (microsoft Copilot/chat gpt) en maak een goede prompt bij jouw stelling en genereer een betoog. Een prompt is eigenlijk de opdracht voor AI. Die moet je dus heel duidelijk formuleren. 

Slide 23 - Slide

Stap 2:
- Je hebt nu een betoog gegenereerd.
Nu moet je de inhoud gaan beoordelen en vergelijken. Welke argumenten gebruikt AI? Welke argumenten had jij bedacht? Komt dit overeen? Waarom wel/niet? Hoe zit het met de schrijfstijl? Hoe zit het met de opbouw? Ben kritisch op jezelf, maar vooral ook op AI!!!! Schrijf je bevindingen op! Dit heb je ook nodig voor je presentatie.

Slide 24 - Slide

Stappenplan
- Prompt schrijven
- Betoog genereren
-- Kritisch beoordelen van betoog en vergelijken met jouw argumenten op schrift (wat deed AI goed, wat deed jij goed/niet goed? Opbouw, schrijfstijl?  Moest je veel aanpassen? etc. )
- BETOOG MET KRITISCHE VERGELIJKING INLEVEREN IN TEAMS


Slide 25 - Slide

Les 3 Presentatie
Overtuigend
Minimaal 4 min, max 6 min
(helft tijd betoog, helft tijd kritische evaluatie)
Niet voorlezen, steekwoorden toegestaan
Ppt mag, ter ondersteuning
Filmpje mag, valt buiten spreektijd. Max 1 min


Slide 26 - Slide

Inhoud presentatie
- Jouw betoog (stelling- argumenten- conclusie)
- Kritische blik op AI

Slide 27 - Slide