Quiz Nederlands

Quiz Nederlands
Gemaakt door Luka, Thom, Julian, Loek
3b
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Quiz Nederlands
Gemaakt door Luka, Thom, Julian, Loek
3b

Slide 1 - Slide

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 2 - Quiz

Bij een argument zijn meningen en feiten hetzelfde
A
Waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bij welke doelgroep horen deze lesgeeftips?

- Houd rekening met de negatieve lichaamsbeleving
- Geef inspraak (zoek de ‘gulden middenweg’)
- Geef gelegenheid voor experimenteren en een eigen mening
- Geef argumenten voor je beslissingen
A
Peuter
B
Kleuter
C
Jonge schoolkind
D
Puber

Slide 4 - Quiz

Welke hoort niet bij de leesmotor
A
beter lezen
B
voorkennis
C
meer lezen
D
scannend lezen

Slide 5 - Quiz

Wat is het uiteindelijke doel van de leesmotor
A
Woordkennis vergroten
B
Beter kunnen lezen
C
Beter worden in bijna alle vakken
D
Er is geen doel

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstgeraamte?
A
buitenkant van de tekst
B
inhoud van de tekst

Slide 7 - Quiz

Wat zit er in het tekstgeraamte?
A
Titel Onderwerp Hoofdgedachte
B
Titel Afbeeldingen Tussenkopjes
C
Titel Bladzijdenummer Witranden
D
Titel De kern van de tekst Middenstuk van alinea's

Slide 8 - Quiz

Wat zijn leesstrategieën?
timer
0:20
A
dat waar de tekst over gaat
B
de opbouw van een tekst
C
de verschillende soorten teksten die er bestaan
D
de verschillende manieren van lezen

Slide 9 - Quiz

Wat moet je lezen
bij oriënterend lezen?
A
De hele tekst doorlezen
B
Het slot van de tekst lezen
C
Het eerste stukje (inleiding) lezen
D
De titel lezen

Slide 10 - Quiz

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 11 - Quiz

Na verkennend lezen ga je globaal lezen. Wat betekent globaal lezen?

Slide 12 - Open question