What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Signaalwoorden en tekstverbanden
Dinsdag 4 juni
Pak je leesboek en start met lezen
Tekst signaalwoorden en tekstverbanden
Bespreken
timer
15:00
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dinsdag 4 juni
Pak je leesboek en start met lezen
Tekst signaalwoorden en tekstverbanden
Bespreken
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Signaalwoorden en tekstverbanden
Slide 2 - Mind map
Doel van de les
Je weet wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn.
Je weet dat tekstverbanden structuur en duidelijkheid geven aan teksten.
Je kunt tekstverbanden en signaalwoorden herkennen in teksten.
Slide 3 - Slide
Waarom moet je dit weten?
Als je een tekst goed wilt begrijpen, zul je moeten weten welke relaties woorden, zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Hij heeft het geprobeerd.
Het is niet gelukt.
Probeer eens een verband aan te brengen tussen deze zinnen.
Gebruik hier de signalen: maar, toch of echter.
Dit zijn signalen bij een tegenstelling.
Let op: Soms moet je de woordvolgorde wat aanpassen.
Hij heeft het geprobeerd. Toch is het niet gelukt.
Slide 6 - Open question
Ik ga lopen.
Ik heb een hekel aan fietsen.
Probeer eens een verband aan te brengen tussen deze zinnen.
Gebruik want, omdat, immers of namelijk.
Met deze signalen geef je een reden aan.
Je geeft een argument na het signaal.
Ik ga lopen (conclusie), want ik heb een hekel aan fietsen (argument).
Let op: Soms moet je de woordvolgorde wat aanpassen.
Ik ga lopen, omdat ik een hekel heb aan fietsen.
Slide 7 - Open question
Ik heb een hekel aan fietsen.
Ik ga lopen.
Probeer eens een verband aan te brengen tussen deze zinnen.
Gebruik dus of daarom.
Met deze signalen geef je een conclusie aan.
Dus en daarom gebruik je na het argument. Hierna volgt de conclusie.
Ik heb een hekel aan fietsen (argument), dus ga ik lopen (conclusie).
Let op: Soms moet je de woordvolgorde wat aanpassen.
Ik heb een hekel aan fietsen, daarom ga ik lopen.
Slide 8 - Open question
Het was glad.
....
Ik gleed uit.
Bij daarom geef je een argument. Hier heb je zelf invloed op.
In het voorbeeld heb je echter geen invloed. Je spreekt dan van een oorzaak-gevolg. Je gebruikt daarom het signaal daardoor.
A
daardoor
B
daarom
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Even oefenen
Blooket Signaalwoorden
Slide 11 - Slide
Welke tekstverbanden
ken je?
Slide 12 - Mind map
More lessons like this
Signaalwoorden en tekstverbanden
January 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Les 17: standpunten en argumenten
October 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
20230511 DVLG222AH niveau 2 Lezen en luisteren - Feit, mening en argument en signalen en verbanden
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Toets tekstverbanden
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 31 - Het verband oorzaak-gevolg
January 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
signaalwoorden verbeteren, oef.2
January 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 2
Les over tekstverbanden en signaalwoorden
January 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Leesvaardigheid deel 2
January 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2