2020-03-31 Unit 4.5 Toekomstige tijden

WELCOME!
Vandaag gaan we beginnen met les 4.5 van het boek. 

Het zal een wat kortere les zijn, zodat je wat tijd overhoudt om bijvoorbeeld de LessonUp van gisteren af te maken of woordjes te leren via Quizlet. 


1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELCOME!
Vandaag gaan we beginnen met les 4.5 van het boek. 

Het zal een wat kortere les zijn, zodat je wat tijd overhoudt om bijvoorbeeld de LessonUp van gisteren af te maken of woordjes te leren via Quizlet. 


Slide 1 - Slide

4.5
Vandaag maken we een start met les 4.5 van het boek. 
Aan het eind van de les kun jij in het Engels:
  1. een afspraak maken of een afspraak cancellen of wijzigen
  2. je weet hoe je kunt zeggen dat iets in de toekomst gebeurt.


Slide 2 - Slide

Uitleg? 
Vandaag ga je voor jezelf proberen de grammatica te ontdekken. Volg de lessonUp en probeer zelf te ontdekken hoe het werkt. 

Donderdag zal ik in de LessonUp mijn uitgebreidere uitleg geven. 

Slide 3 - Slide

3 manieren
Je leert vandaag 3 manieren om in het Engels te zeggen dat iets in de toekomst gaat gebeuren.


Slide 4 - Slide

Welke Nederlandse zin gaat over de toekomt? 
Wat is geen toekomstige tijd? 
Ik kom wel even langs.
Ik zal langskomen
Ik ga naar de dierentuin. 
Ik ben aan het eten.  

Slide 5 - Drag question

In het Nederlands
Je hebt in het Nederlands dus verschillende manieren om te zeggen dat iets in de toekomst gebeurt: 
  • Ik ga (iets doen)...
  • Ik kom (naar je toe)...
  • Ik zal (iets doen)...
In het Nederlands mag je deze manieren door elkaar gebruiken... 



Slide 6 - Slide

In het Engels
In het Engels heb je ook verschillende manieren om te zeggen dat iets in de toekomst gebeurt, maar... 
in het Engels horen hier regels bij! 

Die regels ga je vandaag ontdekken. 


Slide 7 - Slide

In het Engels
Je leert vandaag 3 manieren om te zeggen dat iets in de toekomst gebeurt: 
  1. I am going to watch a movie. 
  2. I will watch a movie.
  3. Shall I watch a movie? 



Slide 8 - Slide

In het Engels
Je hebt dus deze 3 manieren: 
  1. am/is/are going to + hele werkwoord
  2. will + hele werkwoord
  3. Shall + hele werkwoord




Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je welke vorm? 
Lees de volgende dia's goed door!!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zeg het in je eigen woorden. Wanneer gebruik je 'to be going to + hele werkwoord'?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Zeg het in je eigen woorden. Wanneer gebruik je 'will + hele werkwoord'?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Zeg het in je eigen woorden. Wanneer gebruik je 'shall + hele werkwoord'?

Slide 16 - Open question

Voorbeelden
Lees de volgende zinnen goed door!

In elke zin staat een vorm van will+hele werkwoord

Kun jij ontdekken welke? 




Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

In het Engels gebruiken ze veel afkortingen (verkorte vormen) Hoe kun je het volgende afkorten: we will

Slide 19 - Open question

In het Engels gebruiken ze veel afkortingen (verkorte vormen) Hoe kun je het volgende afkorten: I will

Slide 20 - Open question

In het Engels gebruiken ze veel afkortingen (verkorte vormen) Hoe kun je het volgende afkorten: I will not

Slide 21 - Open question

In het Engels gebruiken ze veel afkortingen (verkorte vormen) Hoe kun je het volgende afkorten: She will not

Slide 22 - Open question

Morgen...
  • Donderdag gaan we verder met de uitleg over dit onderwerp. 
  • Nu ga je eerst een begin maken met de oefeningen.
  • Belangrijke tip: pak de lesstof van 4.5 erbij! 
  • Maak de volgende opdrachten van Unit 4.5: exercise 1, 2, 3, 4, 5

Klaar? 
  • Maak evt. de LessonUp van gisteren af.
  • Doe de versterk jezelf over future (=toekomstige tijden)
  • Leer de woorden van hoofdstuk 4 via Quizlet

Slide 23 - Slide