Persoonlijk voornaamwoord. 3e naamval. oefeningen

Persoonlijke naamwoorden
(in de 3e naamval) zijn:
1 / 36
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Persoonlijke naamwoorden
(in de 3e naamval) zijn:

Slide 1 - Mind map

Wat is de 3e naamval?

Slide 2 - Mind map

Übung macht den Meister!

Slide 3 - Slide

Wat is juist?

Slide 4 - Slide

1 u - Ich gebe _______ diese Tabletten.
A
Sie
B
Ihnen

Slide 5 - Quiz

2 mij - Gibst du _______ deinen Föhn?
A
ich
B
mich
C
mir

Slide 6 - Quiz

3 jou - Ich erzähle ______ ein Geheimnis.
A
du
B
dich
C
dir

Slide 7 - Quiz

4 ons - Sie geben _____ ihre Handynummer.
A
wir
B
uns

Slide 8 - Quiz

5 hem - Kannst du ______ die Toilette zeigen
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 9 - Quiz

6 wie - _____ hast du den Spiegel gegeben?

A
Wem
B
Wen
C
Wer

Slide 10 - Quiz

7 mij - Kannst du ______ die Fingernägel lackieren?
A
ich
B
mich
C
mir

Slide 11 - Quiz

8 u - Das kann ich ______ nicht erzählen, das ist geheim!
A
Ihnen
B
Sie

Slide 12 - Quiz

9 haar - Der Hausarzt hat ______ sofort ein Rezept ausgeschrieben.
A
ihr
B
sie

Slide 13 - Quiz

10 ons - Meine Schwester leiht ______ bestimmt ihren roten Nagellack.
A
uns
B
wir

Slide 14 - Quiz

Vul in!

Slide 15 - Slide

1 hun - Gibst du ________ die Hand?

Slide 16 - Open question

2 jou - Ich bringe ________ das T-Shirt mit.

Slide 17 - Open question

3 mij - Kannst du ________ meine Haare flechten?

Slide 18 - Open question

4 jou - Dein Arzt hat ________ ein Rezept gegeben.

Slide 19 - Open question

5 ons- Sie hat ________ das Krankenhaus gezeigt.

Slide 20 - Open question

6 mij - Welchen Spiegel habt ihr ________ gekauft?

Slide 21 - Open question

7 ons - Ich habe ________ neues Duschgel gekauft.

Slide 22 - Open question

8 hem - Packst du ________ den Kamm in die Tasche?

Slide 23 - Open question

9 u - Ich habe ________ auf Facebook geschrieben.

Slide 24 - Open question

10 hun - Kannst du ________ ein sauberes Handtuch geben?

Slide 25 - Open question






GA ZO DOOR!!!!

Slide 26 - Slide

Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen!

Slide 27 - Slide

Lees deze tekst en beantwoord de vragen!

Slide 28 - Slide

1 Wat voor een pagina zie je?
A
een inbox voor e-mail
B
een profielpagina

Slide 29 - Quiz

Valentina vraagt wanneer ze langs kan komen.
Sarah heeft Valentina over Elias' ongeluk verteld.
Valentina vraagt of Elias online is.
Elias ligt in het ziekenhuis.

Slide 30 - Drag question

Lees deel 2 en geef de juiste volgorde van de samenvatting!

Slide 31 - Slide

Elias moet nog een paar dagen blijven.
Elias voelt zich nog slecht.
Elias is online.
Hij vraagt Valentina om schone spullen langs te brengen.
Hij verheugt zich op haar bezoek
Zijn ouders zijn nog in Australië.

Slide 32 - Drag question

Hoe vond je het gaan?
A
heel goed
B
goed
C
moeilijk
D
redelijk

Slide 33 - Quiz

Wat heb jij ervan geleerd?

Slide 34 - Open question

Persoonlijke naamwoorden
(in de 3e naamval) zijn:

Slide 35 - Mind map

Opmerkingen / vragen?

Slide 36 - Open question