Grammatica zinsdelen H3 (di les 1)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leesboek
• je leerwerkboek
• je iPad (dicht)

De les start en je bent stil:

Naam | | 

Planning

• 5 minuten stil lezen
• uitleg
• werkmoment
• afsluiten van de les
  

Einde van de paragraaf

Sommige van mijn klasgenoten leren met hun smartphone 

op de achtergrond.

Andere worden door hun moeder verwend met snacks tijdens het leren.

Lijdende en bedrijvende vorm herkennen en gebruiken.

Verschil?

Sommige van mijn klasgenoten (o)  | leren | met hun smartphone op de achtergrond (bwb). BEDRIJVENDE ZIN

Andere | worden | door hun moeder | verwend | met snacks | tijdens het leren. LIJDENDE ZIN

bedrijvende en lijdende vorm

Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm. 

In de bedrijvende vorm doet het onderwerp iets in de zin; het onderwerp is bedrijvig. 

In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets; het onderwerp lijdt. 

Bedrijvende vorm

Jara| laat | de hond | uit

• Jara is het onderwerp
  
• Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  
• Bedrijvend of actief

Lijdende vorm

De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.

• De hond is het onderwerp
  
• De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
  
• Lijdend of passief

Zinnen veranderen

Bedrijvende vorm        NAAR         Lijdende vorm

1. Lijdend voorwerp                          onderwerp

2. persoonsvorm                               worden/werden + voltooid dw

                                                                    zijn/waren + voltooid deelwoord

3. onderwerp                                        door-bepaling (bwb)

Werkmoment

• Maak van 3.7 opdrachten: 1, 3, 4.
• Lastig? Bekijk de theorie op pagina 202.
• Kijk goed na en stel vragen.
• Af?  Ga verder met: 5, 6, 7, 9a, 11 en Test Jezelf.
• Ik loop rond voor vragen.

Afsluiting

• We gaan starten met 3.7 Grammatica zinsdelen.
• Neem steeds je boek mee. Aan het begin steeds lezen. 

Omzetten lijdend->bedrijvend

• De doorbepaling wordt het onderwerp.
• Het onderwerp wordt LV.
• Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.