Paragraaf 4.1 Huur en verhuur

4.1 Huur en verhuur
Ik kan uitleggen wat de rechten van de huurder en plichten van verhuurder zijn bij huren van een woning
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.1 Huur en verhuur
Ik kan uitleggen wat de rechten van de huurder en plichten van verhuurder zijn bij huren van een woning

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Ik wil in de toekomst op kamers wonen
Ja
Nee
Weet ik nog niet

Slide 4 - Poll

Ik wil graag in een grote stad wonen om te studeren
JA
Nee
Weet ik nog niet

Slide 5 - Poll

Twee soorten huurwoningen:

Sociale huurwoning = woningen met een lage huur voor mensen met een laag inkomen

Vrije sector = woningen met een huur boven de huurgrens
§4.1 huur en verhuur

Slide 6 - Slide

Huurcontract 
- Rechten 
- Plichten

Mondeling of schriftelijk maakt niet uit --> afspraak is afspraak!

Hoe zit dat met het onderhoud van de woning?
§4.1 huur en verhuur

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Noem een voorbeeld van een recht én een plicht voor de huurder

Slide 9 - Open question

Noem een voorbeeld van een recht én een plicht voor de verhuurder

Slide 10 - Open question

§4.1 huur en verhuur

Slide 11 - Slide

Wat bedoelen ze met de uitspraak "dood breekt geen huur"?

Slide 12 - Open question

Wat bedoelen ze met de uitspraak "koop breekt geen huur"?

Slide 13 - Open question

Wat is een plicht voor huurders?
A
Het krijgen van huur
B
Het betalen van huur

Slide 14 - Quiz

Is een mondelinge afspraak over huur geldig?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Een geldige reden voor het opzeggen van de huur is als de verhuurder wil zelf in het huis wonen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Iedereen mag in een sociale huurwoning wonen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Opdrachten paragraaf 4.1
Hoe? In je boek of de online leeromgeving. code 971003

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent (die naast je zit).

Tijd? Tot 5 minuten voor de bel

Klaar? Ga verder met rekentrainer of een ander vak 

Slide 18 - Slide