Blok 3 -les 1 - tegenwoordige tijd

Wat is het onderwerp?
Mama roept naar mijn broertje.
1 / 15
next
Slide 1: Open question
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is het onderwerp?
Mama roept naar mijn broertje.

Slide 1 - Open question


De persoonsvorm is altijd een .......

Slide 2 - Open question

Wat zijn de regels? Tegenwoordige tijd
 Persoonsvorm tegenwoordige tijd (tt):


ik 
of 
jij (je) erachter
ik-vorm 
(meestal stam = -en van hele werkwoord)
ik word
vind jij (je)
ik loop
de ander
jij/hij/zij/het
ik-vorm + t
jij wordt
zij vindt
hij loopt
meer:
wij/zij/jullie/de mensen
hele werkwoord
wij vinden, 
jullie worden, 
de mannen lopen
TT

Slide 3 - Slide

lesdoel
Ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven en ik weet wat het onderwerp is.

Slide 4 - Slide

IK ...
...JIJ
DE ANDER
MEER
verbieden
onthouden
verbied
lijden
melden
verbiedt
meld
onthoudt
lijdt
lijd
onthoud
meldt

Slide 5 - Drag question

werkwoord: melden

Hij ..... zich bij de politie.
TT

Slide 6 - Open question

Tegenwoordige tijd
SCHUDDEN




Zit er een d in het hele werkwoord dan krijgt de hij-vorm een dt aan het eind. wij worden - hij wordt
ik  .........jij
ik vorm
ik schud
jij/hij/zij/het meisje
ik vorm+ t
hij schudt
jullie/ wij 
hele ww
wij schudden

Slide 7 - Slide

werkwoord: raden


TT
De man ..... het getal.

Slide 8 - Open question

werkwoord: raden


TT
.... jij het getal?

Slide 9 - Open question

werkwoord: redden


TT
De hond ..... het meisje.

Slide 10 - Open question

IK ...
...JIJ
DE ANDER
MEER
verraden
verraadt
schudt
kleedt
besteden
schud
kleden
besteed
schudden
kleed
verraad
besteedt

Slide 11 - Drag question

Onderwerp


  • Iedere zin heeft een onderwerp.
  • De pv en het onderwerp horen bij elkaar.
  • Zonder de pv kun je het onderwerp niet vinden
  • Je vindt het onderwerp door de volgende vraag....

Wie of wat + persoonsvorm

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp!
Ik beantwoord deze brief niet.

Slide 13 - Open question

Schrijf het onderwerp op!
Vandaag rijdt de juf met de fiets naar school.

Slide 14 - Open question

spelling
Blok 3
Les 1

Maak alle opgaven.
Ik loop langs om te helpen.

Slide 15 - Slide