Herhaling ch.3

Lessenup.
- Gemaakt door: Gilles Rijnberg
- Datum
- Klas: 2h.
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lessenup.
- Gemaakt door: Gilles Rijnberg
- Datum
- Klas: 2h.

Slide 1 - Slide

Progamma
- Pak alvast je boek want we beginnen met leren van woorden en zinnen - Open Verbuga/WRTS.
- Daarna gaan we het hebben over (ce/cet/cette/ces).
- 3 vragen over ce/cet/cette/ces (Oefenen)
- Daarna ga ik een uitleg geven over (verbes pouvoir et vouloir).
- 3 vragen over pouvoir et vouloir.
- Als laatste een afsluitsvraag!

Slide 2 - Slide

Accro
A
Beroemd
B
Kraai
C
Verslaafd
D
Meerdere

Slide 3 - Quiz

Premier, Première
A
Premiere
B
Uitgeven
C
De straat
D
Eerste

Slide 4 - Quiz

Plusieurs
A
Meerdere
B
Geboren
C
Voor
D
Plus

Slide 5 - Quiz

Il coute combien

Slide 6 - Open question

Tu fais quelle taille?

Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question

Uitleg ce/cet/cette/ces.
Ce = Mannelijk enkelvoud
Ces = Meervoud mannelijk en vrouwlijk.
Cette = Vrouwlijk enkelvoud.
Cet = Mannelijk met H of klinker.

Slide 9 - Slide

.... pull est bleu.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
ces

Slide 10 - Quiz

..... Hôtel est beau.
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 11 - Quiz

.... femme est sympa.
A
cet
B
ces
C
ce
D
cette

Slide 12 - Quiz

Vouloir:
Je veux - Ik wil.
Tu veux - Jij wilt.
Il/elle veut - Hij/Zij wil.
Nous voulons - Wij willen.
Vouz voulez - Jullie willen / u wilt.
Ils/elles veulent - zij willen.

- Onregelmatig
Pouvoir:
Je peux - ik kan.
Tu peux - jij kunt. 
Il/elle peut - Hij/zij kan/mag.
Nous pouvons - Wij kunnen/mogen.
Vouz pouvez - Jullie kunnen/ mogen/u kunt/mag.
Ils/elles peuvent - Zij kunnen/mogen.

- Onregelmatig

Slide 13 - Slide

Nous voulons
A
Zij willen
B
Zij kunnen
C
Wij willen
D
Wij kunnen.

Slide 14 - Quiz

Ils peuvent
A
zij willen
B
wij kunnen
C
wij willen
D
hij wilt

Slide 15 - Quiz

Il peut
A
Ik kan
B
Hij kan/mag
C
Wij kunnen
D
Zij kunnen

Slide 16 - Quiz

Je veux un nouveau pull.

Slide 17 - Open question