2.4 Blessures

Nectar H2 Bewegen

Paragraaf 4 - Blessures



1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nectar H2 Bewegen

Paragraaf 4 - Blessures



Slide 1 - Slide

Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?
A
Synergisten
B
Willekeurige spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar? Spiervezels bestaan uit een hoop spierbundels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier

Slide 4 - Quiz

Wat kan je na de les?
Je leert welke blessures er zijn, hoe je ze krijgt en kunt voorkomen en je leert wat een goede lichaamshouding is.

Slide 5 - Slide

2.4 Blessures
Wat is een blessure?

  • Blessure
    - beschadiging aan botten, spieren en gewrichten
    - ontstaat door vallen, botsing of klap
  • Overbelasting
    - te lang achter elkaar dezelfde beweging
    - te zwaar de spieren belast (tillen)

Slide 6 - Slide

2.4 Blessures
  • Wat? Maken 2.4 – Opdracht 1 t/m 5
  • Hoe? Blz. 99 t/m 100
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 5 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 7 - Slide

2.4 Blessures
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven

Slide 8 - Slide

2.4 Blessures
Welke blessures kun je aan je botten en gewrichten krijgen?


  • Botbreuk
    - breuk in een bot
    - arts moet de breuk ‘zetten’
    - soms platen en schroeven nodig
  • Ontwrichting
    - gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom
    - arts duwt de gewrichtsknobbel weer op juiste plaats

Slide 9 - Slide

2.4 Blessures
Meer blessures aan gewrichten

  • Verstuiking
    - gewrichtsbanden en gewrichtskapsel rekken te ver uit
  • Knieblessures
    - het dijbeen verdraait in de meniscussen
    terwijl het onderbeen blijft staan > voetbalknie
    - kruisbanden en gewrichtsbanden kunnen scheuren

Slide 10 - Slide

2.4 Blessures
Welke spierblessures zijn er?


  1. Spierpijn
    - afvalstoffen blijven achter in spier, dit voelt als spierpijn
  2. Spierkramp en spierscheuring
    - plotseling samentrekken van spier > spierkramp
    - scheurtje in spier (ook wel zweepslag)
  3. Kneuzing
    - spiercellen en bloedvaatjes in spier beschadigt
    - bloedvaatjes in huid raken dan ook vaak beschadigt > bloeduitstorting

Slide 11 - Slide

2.4 Blessures
  • Wat? Maken 2.4 – Opdracht 6 t/m 12
  • Hoe? Blz. 101 t/m 103
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 6 t/m 12 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 12 - Slide

2.4 Blessures
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt

Slide 13 - Slide

2.4 Blessures
Hoe voorkom je blessures?




  1. Kleding en beschermende middelen > helm, bitje, enz.
  2. Intapen > gewrichten beschermen (functioneert als kapselband)
  3. Warming-up > oefeningen zodat spieren extra bloed krijgen
  4. Cooling-down > oefeningen zodat afvalstoffen goed afgevoerd worden uit de bloedvaten in de spieren

Slide 14 - Slide

2.4 Blessures
(Extra) Wat zijn de voordelen van sporten?

  • Basisconditie > het minimum dat je nodig hebt om gezond te blijven
    - minstens één uur per dag stevig bewegen

  1. Minder kans op blessures
  2. Sterkere botten
  3. Meer weerstand tegen ziekten

Slide 15 - Slide

2.4 Blessures
  • Wat? Maken 2.4 – Opdracht 13 t/m 21
  • Hoe? Blz. 106 t/m 108
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 13 t/m 21 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 16 - Slide

Wat kan je na de les?
Je leert welke blessures er zijn, hoe je ze krijgt en kunt voorkomen en je leert wat een goede lichaamshouding is.

Slide 17 - Slide