AFP2 Ademhaling les 1 & 2

• Gezondheidszorg
• HBO
• Studiejaar 2

AFP2 Ademhaling

Bij een inspiratoire stridor is er eerder een obstructie van de hoge dan van de lage luchtwegen.

1. Juist
2. Onjuist

Wat hoort bij elkaar?

Inspiratie

Expiratie

passief

actief

langer

korter

Wat is de stand van het diafragma bij inademing?

1. horizontaal en ontspannen
2. in een bolling, ontspannen
3. horizontaal en aangespannen
4. in een bolling, aangespannen

Bij uitademing neemt het volume van de longen af en daalt de druk

1. Juist
2. Onjuist

Als de zuurstofconcentratie afneemt noemen we dit …

1. hypo
2. hypoxie
3. hyperoxie
4. anoxie

De partiële zuurstofdruk in de alveoli is hoger/lager dan in het aanvoerende capillaire vat.

1. hoger
2. lager

Bij een blokkade van de trachea zal de pH van het bloed eerder dalen dan stijgen

1. Juist
2. Onjuist

Moleculen CO2 worden van de perifere weefsels getransporteerd naar de alveoli.
Op welke drie manieren gebeurt dit?

Hemoglobine zal altijd een gelijk percentage opgeslagen zuurstof afgeven

1. Juist
2. Onjuist

Welke long heeft 3 kwabben?

1. Links
2. Rechts
3. Allebei

Bij sympathische activering is eerder sprake van bronchoconstrictie dan bronchodilatatie

1. Juist
2. Onjuist

Zet in de juiste volgorde, van boven naar beneden:

1.

2.

3.

epiglottis

oropharynx

trachea

Mw Janssen verslikt zich in een pinda. Zal deze pinda eerder in de linker of eerder in de rechter long terecht komen?

1. Links
2. Rechts

De primaire bronchus krijgt bloed en zuurstof van de v. pulmonalis.

1. Juist
2. Onjuist

Vul in: 

bij sporten ………..…………. de PO2 in de interstitiële vloeistof 

en …………………... de PCO2.

stijgt

daalt

De output van de baroreceptoren heeft invloed op de ademhalingscentra.
Als de bloeddruk daalt dan...….

1. neemt de ademhalings-frequentie toe
2. neemt de ademhalings-frequentie af
3. blijft de ademhalings-frequentie gelijk

Houd zolang mogelijk je adem in.
Wat maakt dat je ineens toch weer gaat ademen?

Wat is de invloed van de pH op de ademhaling?

Onder …………………………….... wordt een verhoging van de PCO2 van het arteriële bloed verstaan.  De chemoreceptoren van de medulla oblongata in de hersenstam worden gestimuleerd. Deze receptoren stimuleren de ademhalingscentra tot …………………………………... De ademhalingsfrequentie neemt toe en bij elke ademhaling verplaatst zich meer lucht in en uit de longen. Doordat per minuut meer lucht in en uit de alveoli gaat, neemt de kooldioxideconcentratie in de alveoli ………………………..., waardoor de diffusie van kooldioxide vanuit de longcapillairen …………….…………………….. 
Dit proces leidt geleidelijk aan tot ………….……………... ofwel een abnormaal lage PCO2. 

hyperventilatie

hypocapnie

hypercapnie

wordt bevorderd

af

Waarom hebben mensen met een anemie in het algemeen geen verhoogd ademritme of ademvolume?