This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Ik weet wat het aanwijzend en vragend voornaamwoord is
Ik kan verschillende woordsoorten in de zin benoemen
- wijst een mens, dier of ding aan
- deze, die, dit, dat, zulke, zo'n, dergelijke, zelf, hetzelfde, dezelfde
- kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar ook alleen
Ik hou niet van die grapjes
Weet jij wie zo'n prachtige foto aan de muur heeft hangen?
Zulke opmerkingen ben ik niet van je gewend
- staan meestal aan het begin van een vraag
- wie, wat, welke, wat voor (een)
- let op: wie en wat zijn geen vragend voornaamwoord als ze terugwijzen naar een eerdergenoemd woord
- waar, waarheen, wanneer, hoe zijn geen vragende voornaamwoorden
Wie van jullie wil even boodschappen doen?
Wat heb jij gisteren gedaan?
Naar welke film heb je gisteren gekeken?