Aan het einde van de les kun je een dubbele ontkenning herkennen en weet je wat verhaspelingen zijn.
We herhalen ook nog even wat je geleerd hebt over
leenwoorden.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
Blok 5 Over Taal
Aan het einde van de les kun je een dubbele ontkenning herkennen en weet je wat verhaspelingen zijn.
We herhalen ook nog even wat je geleerd hebt over
leenwoorden.
Slide 1 - Slide
Dubbele ontkenning
Als mensen iets willen benadrukken, gebruiken ze soms een dubbele ontkenning. Je gebruikt dan twee keer in de zin een ontkenning. nee - nooit / niet - geen / nooit - geen
Daardoor zeg je het tegengestelde van wat je bedoelt.
Je verbetert de zin door een ontkenning weg te halen of te vervangen. Dus:
Ik heb nooit geen zin = ik heb geen zin.
Slide 2 - Slide
Dubbele ontkenning
Slide 3 - Slide
Voorbeeld
Slide 4 - Slide
Verhaspelingen
Mijn tas weegt veel.
Mijn tas is zwaar.
Verhaspeld: Mijn tas weegt zwaar.
Fout!
Slide 5 - Slide
Oefenen - Typ een goede zin: Ik ben nooit niet bang in de achtbaan.
Slide 6 - Open question
Oefenen - Typ een goede zin: Hij dopt zijn eigen zaakjes.