What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
M2, 1.8 spelling
Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Pen/etui
- Agenda
- Laptop (dicht)
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Pen/etui
- Agenda
- Laptop (dicht)
Slide 1 - Slide
Vandaag
- PTD Taalverzorging inplannen
- Weektaak opschrijven
- Uitleg weektaak (1.8)
- Werkboekje Taalverzorging maken (= weektaak)
Volgende les:
- Begrippen PTD Taalverzorging bekijken en bespreken
- Werken aan de weektaak
Slide 2 - Slide
PTD Taalverzorging
woensdag 22 januari
Slide 3 - Slide
Weektaak
Af op dinsdag 14 januari:
Boekje Taalverzorging
Slide 4 - Slide
Begrippen PTD Taalverzorging
De begrippen uit het schema moet je kennen en kunnen toepassen op het PTD.
10 min:
Geef een uitleg van elk begrip en schrijf er een voorbeeld bij. Vragen? Overleg met degene naast je.
Slide 5 - Slide
1.8 spelling
In deze paragraaf herhaal je:
- Hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spelt;
- Hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken
In deze paragraaf leer je:
- aanhalingstekens goed gebruikt.
- tien dicteewoorden.
Slide 6 - Slide
Doe je wel voorzichtig
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 7 - Quiz
Vandaag gaan we aan de slag met spelling
A
punt
B
vraagteken
C
uitroepteken
D
komma
Slide 8 - Quiz
Hij (verhuizen) naar een nieuw dorp.
A
verhuis
B
verhuist
C
verhuisd
D
verhuizen
Slide 9 - Quiz
Hoe (vinden) je de persoonsvorm?
A
vind
B
vindt
C
vin
D
vindtd
Slide 10 - Quiz
Hij (zijn) een heel stuk omgelopen.
A
is
B
ging
C
was
D
ben
Slide 11 - Quiz
Maak de instapopdracht
Maak opdracht 1a, 1b en 1c.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat is de regel bij hij, zij of het in de tegenwoordige tijd?
Slide 16 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd/verleden tijd
Tegenwoordige tijd gaat voor verleden tijd
(smelten) De boter ... in de pan.
Slide 17 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Tegenwoordige tijd gaat voor verleden tijd
(laden) Waarom ... jij die auto zo vol?
Slide 18 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd/verleden tijd
Tegenwoordige tijd gaat voor verleden tijd
(braden) ... je moeder dat vlees zelf?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Aan de slag!
Maak de opdrachten uit het werkboekje Taalverzorging.
Je mag met rustig overleggen en met oortjes muziek luisteren. Zorg dat anderen kunnen werken!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
M2, spelling 2.8
2 days ago
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M2, 1.8 spelling
October 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
M2, 1.8 spelling
3 days ago
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1.8 Spelling en boektoets
September 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
1 HV Spelling (werkwoorden)
February 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1.8 Spelling en 1.5 Woorden
November 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H7 Taalverzorging 7.2
February 2024
- Lesson with
17 slides
Ned
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1