This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Scan je studievaardigheden
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je een beginsituatie voor jouw studievaardigheden vaststellen, jouw sterke en zwakke studievaardigheden benoemen, een plan makenom jouw studievaardigheden te verbeteren en een doel stellen om te behalen.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat zij kunnen verwachten van de les en wat zij aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over het verbeteren van jouw studievaardigheden?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn studievaardigheden?
Studievaardigheden zijn vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen leren. Denk bijvoorbeeld aan plannen, samenvatten, notities maken en je concentreren.
Slide 4 - Slide
Leg aan de leerlingen uit wat studievaardigheden zijn en waarom het belangrijk is om deze vaardigheden te verbeteren.
Beginstuatie
Je kunt jouw beginsituatie vaststellen door te kijken naar hoe je nu leert. Waar ben je goed in en waar kun je nog aan werken?
Slide 5 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hun beginsituatie en geef ze handvatten om deze vast te stellen.
Sterke en zwakke studievaardigheden
Benoem jouw sterke en zwakke studievaardigheden. Waar ben je goed in en wat kun je nog verbeteren?
Slide 6 - Slide
Help de leerlingen om hun sterke en zwakke punten op het gebied van studievaardigheden te benoemen.
Plan maken
Maak een plan om jouw studievaardigheden te verbeteren. Bedenk welke acties je kunt ondernemen om jouw zwakke punten te verbeteren en jouw sterke punten te behouden.
Slide 7 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over welke stappen zij kunnen nemen om hun studievaardigheden te verbeteren en geef ze handvatten om een plan te maken.
SMART-doel
Stel een SMART-doel om te behalen. Dit is een doel dat Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden is.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat een SMART-doel is en geef de leerlingen de opdracht om een SMART-doel te stellen.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Specifiek
Een specifiek doel is duidelijk omschreven en geeft aan wat je precies wilt bereiken.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hoe zij hun doel specifiek kunnen maken.
Meetbaar
Een meetbaar doel is concreet en kan gemeten worden. Zo kun je achteraf zien of je jouw doel hebt behaald.
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hoe zij hun doel meetbaar kunnen maken.
Acceptabel
Een acceptabel doel is haalbaar en past bij jou als persoon.
Slide 12 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hoe zij hun doel acceptabel kunnen maken.
Realistisch
Een realistisch doel is haalbaar in de gegeven tijd en omstandigheden.
Slide 13 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hoe zij hun doel realistisch kunnen maken.
Tijdsgebonden
Een tijdsgebonden doel heeft een duidelijke deadline. Zo kun je gericht werken aan het behalen van jouw doel.
Slide 14 - Slide
Laat de leerlingen nadenken over hoe zij hun doel tijdsgebonden kunnen maken.
Acties
Bedenk welke acties je kunt ondernemen om jouw doel te behalen. Wat ga je doen en wanneer?
Slide 15 - Slide
Help de leerlingen om concrete acties te bedenken om hun doel te behalen.
Hulp
Wie kan jou helpen om jouw doel te behalen? Bespreek met jouw docent, mentor of ouders hoe zij jou kunnen ondersteunen.
Slide 16 - Slide
Geef de leerlingen de opdracht om na te denken over wie hen kan helpen om hun doel te behalen.
Planning
Maak een planning om jouw acties uit te voeren. Zo weet je wat je wanneer gaat doen en kun je gericht werken aan het behalen van jouw doel.
Slide 17 - Slide
Help de leerlingen om een planning te maken om hun acties uit te voeren.
Evalueren
Evalueer regelmatig of je nog op schema ligt en of je jouw doel hebt behaald. Zo kun je indien nodig bijsturen.
Slide 18 - Slide
Leg uit waarom het belangrijk is om regelmatig te evalueren en geef de leerlingen de opdracht om dit te doen.
Beloning
Bedenk een beloning voor jezelf als je jouw doel hebt behaald. Zo heb je iets om naar toe te werken en kun je trots zijn op jezelf als je jouw doel hebt behaald.
Slide 19 - Slide
Help de leerlingen om een passende beloning te bedenken voor het behalen van hun doel.
Reflectie
Reflecteer aan het einde van de les op wat je hebt geleerd en bedenk hoe je dit kunt toepassen in jouw eigen leerproces.
Slide 20 - Slide
Reflecteer samen met de leerlingen op wat zij hebben geleerd en hoe zij dit kunnen toepassen in hun eigen leerproces.
Heb je nog vragen over het verbeteren van jouw studievaardigheden?
Slide 21 - Mind map
This item has no instructions
Met welke studievaardigheid wil je de komende tijd het liefst oefenen?
A
Plannen
B
Leerstrategieën
C
Doelen stellen
Slide 22 - Quiz
This item has no instructions
Reflectie: wat neem je mee uit deze les?
Slide 23 - Mind map
This item has no instructions
Wat ga jij anders doen m.b.t. leren n.a.v. deze les?
Slide 24 - Mind map
This item has no instructions
Succes!
Veel succes met het verbeteren van jouw studievaardigheden!
Slide 25 - Slide
Sluit de les positief af en wens de leerlingen succes met het verbeteren van hun studievaardigheden.
Slide 26 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 27 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 28 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 29 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.