13. Samenstellingen (p. 55) opdracht 4 en 5
4 a Bijvoorbeeld: Vandaag gaan we buiten sporten want het is mooi weer.
b Bijvoorbeeld: De meeste buitensporten vind ik leuk om te doen.
c Bijvoorbeeld: De kapitein roept dat het land in zicht is.
d Bijvoorbeeld: Pim heeft weinig ruimtelijk inzicht; inparkeren kan hij dus niet.
e Bijvoorbeeld: Marco is te goed voor dit team, dus is hij overgeplaatst.
f Bijvoorbeeld: U heeft een tegoed van 50 euro op deze pas staan.
5 Bijvoorbeeld: Een artikeltje met de titel “Rijbewijs voor zeventien jarigen”. Dit had ‘zeventienjarigen’ (mensen die zeventien jaar zijn) moeten zijn, omdat nu onterecht wordt verwezen naar zeventien personen die toevallig jarig zijn.