5.1 Woordenschat - Woordbetekenissen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.1 Woordbetekenissen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5.1 Woordbetekenissen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak de spullen van Nederlands op tafel: 




Huiswerk controle:
-
1. werkboek
je hebt je boek niet nodig.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat schooltaalwoorden zijn
- weet je wat instructiewoorden zijn


Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
n.v.t.

- Basis: doe mee met de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
n.v.t.

- Intensief: doe mee met de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:


Lees eerst goed de gele stukjes theorie!

De rest doet mee met de instructie.

Slide 6 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 7 - Slide

Schooltaalwoorden
  • Woorden die je op school gebruikt noem je schooltaalwoorden.
  • Schooltaalwoorden kom je bij alle vakken tegen
  • Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn: mentor, tussenuur, mentorles

Slide 8 - Slide

Instructiewoorden
Schooltaalwoorden moet je begrijpen zodat je de stof op school beter begrijpt. 

voorbeelden hiervan zijn instructiewoorden. Deze woorden geven aan wat je moet doen. Als je deze woorden kent, weet je sneller wat je moet doen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
jullie maken zelfstandig op ThiemeMeulenhoff: Woordenschat - Woordbetekenissen opdracht 1 t/m 5. Lees goed de stukjes theorie.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
 Vind je het nog lastig?  Wij maken samen opdracht - (zie volgende slide).

Slide 11 - Slide

6. Zelfstandig werken
jullie maken zelfstandig op ThiemeMeulenhoff:
Woordenschat - Woordbetekenissen opdracht 1 t/m 5.

Lees goed de gele stukjes theorie.

Ben je klaar?
1. Nakijken en verbeteren met een andere kleur pen/potlood. 
2. In stilte lezen in een leesboek/tijdschrift

 
timer
1:00

Slide 12 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Wat ging er goed? 
Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

Leerdoelen:
- weet je wat schooltaalwoorden zijn?
- weet je wat instructiewoorden zijn?

Slide 13 - Slide

Hoe heb je gewerkt deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 4 december
Woordenschat: Woordbetekenissen 
opdracht 1 t/m 5.
Toetsen:
Maandag 9 december
SO Woordenschat H5


Slide 15 - Slide