SHV Schrijven 1.2 Uitvoeren

Schrijven 1.2 Uitvoeren
  • Wat gaan we doen vandaag?:
1. Theorie 1.1 en 1.2 onderdeel schrijven NU Nederlands           
2. Brief afmaken en/of elkaars brief beoordelen aan de hand van het formulier.
3. Werken in NU Nederlands Onderdeel schrijven: Opdracht 1 t/m 6 van 1.2 Uitvoeren en Opdracht 1 t/m 4 van 1.3 Controleren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schrijven 1.2 Uitvoeren
  • Wat gaan we doen vandaag?:
1. Theorie 1.1 en 1.2 onderdeel schrijven NU Nederlands           
2. Brief afmaken en/of elkaars brief beoordelen aan de hand van het formulier.
3. Werken in NU Nederlands Onderdeel schrijven: Opdracht 1 t/m 6 van 1.2 Uitvoeren en Opdracht 1 t/m 4 van 1.3 Controleren

Slide 1 - Slide

1.2 Uitvoeren. 
Fase 2 van het schrijfproces is uitvoeren. In deze fase schrijf je de tekst: je werkt je ideeën uit of volgt je gemaakte schrijfplan. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is het hoofddoel van een strip ?
A
De lezer ontspannen
B
De lezer een instructie geven
C
De lezer informeren
D
De lezer activeren

Slide 6 - Quiz


Wat is het hoofddoel van een recensie?
A
amuseren
B
overhalen
C
mening geven
D
instrueren

Slide 7 - Quiz

Wat is het hoofddoel van een reclametekst?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Wat is een doelgroep?
A
Een groep mensen die jij wil bereiken met jouw activiteit.
B
Een groep mensen
C
een groep met een doel.
D
een klas zoals op school.

Slide 9 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
instructietekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 10 - Quiz

Tekstsoort?
A
betoog
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 11 - Quiz

Tekststructuur van een betoog:
A
voor- en nadelen
B
standpunt-argument
C
beschrijving
D
verklaring

Slide 12 - Quiz

Is dit formeel of informeel?
Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Is een zakelijke brief formeel of informeel?
A
Formeel
B
Een combinatie van formeel en informeel
C
Dat mag je zelf bepalen
D
Informeel

Slide 14 - Quiz

Bronvermelding is alleen verplicht bij citeren, niet bij parafraseren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is parafraseren?
A
Herhalen wat er gezegd wordt
B
In andere bewoordingen weergeven wat er gezegd wordt
C
Antwoord geven
D
Informatie geven

Slide 16 - Quiz

Wat is citeren?
A
Iets onder woorden brengen
B
Iets laten zien
C
Een deel uit de tekst precies overschrijven

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig aan de slag
  •  Brief afmaken en/of elkaars brief beoordelen aan de hand van het formulier. Vervolgens de verbeterde versie inleveren via TEAMS of via e-mail: l.vanhalst@zadkine.nl
  • Opdrachten maken NU Nederlands -Onderdeel schrijven: Opdracht 1 t/m 6 van 1.2 Uitvoeren 

Slide 18 - Slide