This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Basisstof 5: Taakverdeling binnen groepen
Slide 1 - Slide
Is de beschrijving een interpretatie van gedrag of een observatie van gedrag?
Het paard heeft honger.
A
Interpretatie
B
Observatie
Slide 2 - Quiz
Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
Slide 3 - Drag question
Is het gedrag aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren
Aangeleerd
Een baby zuigt melk bij de moeder.
Een meisje speelt gitaar.
Een paard schrikt van vuur.
Een papegaai zegt hallo.
Slide 4 - Drag question
Mensen die langs een spoorlijn wonen, merken vaak niet meer dat er een trein voorbijkomt.
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Trial and error
Slide 5 - Quiz
Wat is sociaal gedrag?
A
Gedrag van dieren ten opzichte van elkaar
B
Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar
C
Gedrag waarbij dieren contact hebben met dieren van een andere soort
Slide 6 - Quiz
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je...
...de functies van taakverdeling binnen een groep soortgenoten beschrijven en verschillende typen taakverdeling onderscheiden.
Slide 7 - Slide
Rangorde in groepen
Vooral bij zoogdieren en vogels komen soorten voor die in groepen leven. De plaats van een dier in een groep noem je rangorde.
Bij een groep kippen is er één hen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is de functie van een rangorde binnen groepen?
A
De rangorde voorkomt conflicten of ruzie, bijvoorbeeld over voedsel.
B
De rangorde zorgt ervoor dat elk dier dezelfde overlevingskans heeft.
C
De rangorde zorgt ervoor dat iedereen evenveel voedsel krijgt.
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de rangorde bij kippen?
A
Dominante hen
B
Pikorde
C
Taakverdeling
D
Rangorde
Slide 11 - Quiz
In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Welk dier staat het laagst in de rangorde?
A
Klara
B
Rita
C
Nelly
D
Arnold
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Welke kip heeft de hoogste slaapplaats in het kippenhok?