This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling 4.1 t/m 4.3
Slide 1 - Slide
Siep spreekt aan de telefoon met zijn huurbaas af wat ze gaat betalen voor de huur. Is dat geldig?
A
Ja, want mondelinge afspraken gelden ook
B
Nee, want mondelinge afspraken gelden niet.
Slide 2 - Quiz
Opzegtermijn
Vrije sector
Huurovereenkomst
Sociale huurwoning
Woning met een lage huur, bestemd voor mensen met weinig inkomen.
Huurwoningen met een huur boven de huurgrens
Contract waarin de rechten en plichten van de huurder en verhuurder zijn vastgelegd.
Periode tussen het opzeggen van een overeenkomst en het einde van de overeenkomst.
Slide 3 - Drag question
Wat doet de makelaar NIET?
A
Een taxatierapport opstellen
B
Kijken of er bijv geen schuren in de muren zitten.
C
Adviseren welke huizen bij jou passen
D
Onderhandelen over de prijs van de woning
Slide 4 - Quiz
Wat betekent 'financiering'?
A
Geld op je bankrekening
B
De manier waarop een aankoop wordt betaald
C
Rapport waarin de waarde van de woning is berekend
D
Een vorm van belasting
Slide 5 - Quiz
Welke ontbindende voorwaarde kun je in een koopcontract zetten? Dat de koop niet doorgaat als ...
A
...je de financiering niet rondkrijgt.
B
...je een goedkoper huis ziet.
C
... je op vakantie gaat
D
... je partner overlijdt
Slide 6 - Quiz
Taxatierapport
Overdrachtsbelasting
Onroerende zaak
Transportakte
Hierin staat de waarde van een woning
Dit wordt betaald aan de overheid bij de koop van een woning of gebouw
De definitieve koopovereenkomst
Grond en alles wat daarop gebouwd is
Slide 7 - Drag question
Bea betaalt € 350.000 voor haar nieuwe huis. Ze moet ook betalen voor notaris, provisie, belasting etc. In totaal betaalt ze € 356.700. Hoeveel bedragen de bijkomende kosten in % van de aankoopprijs?
A
1,02%
B
102%
C
1,91%
D
1,88%
Slide 8 - Quiz
Waarom wil de bank een taxatierapport zien?
Slide 9 - Open question
Bij een annuiteitenhypotheek...
A
... wordt de rente elke maand lager
B
... worden de maandlasten elke maand lager
C
... wordt de aflossing elke maand lager.
Slide 10 - Quiz
Bij een lineaire hypotheek...
A
... wordt de aflossing elke maand hoger
B
... blijft de aflossing elke maand hetzelfde
C
... worden de maandelijkse lasten elke maand hoger
Slide 11 - Quiz
De prijs van een woning is in 2021 € 213.000. In 2024 is de woning € 225.000 waard. Hoeveel % is de prijs gestegen van 2021 naar 2024?