2HVSB_wr_adjectives/adverbs_30-11-20

WELCOME!


English class

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

WELCOME!


English class

Slide 1 - Slide

Today's programme
Homework
This period/today
Adjectives/adverbs (bijvoeglijke naamwoorden/bijwoorden)


This lesson is available in Teams
(English channel)

Slide 2 - Slide

Example
Lever je huiswerk tijdens de les in! 

Veel gemaakte fouten:
- greets/greetings -> NO!! Gebruik altijd Kind regards,
- lange zinnen met veel komma's -> maak de zinnen kort!
- niet alles van de opdracht staat in de e-mail 

voorbeeld: Je vraagt of je een andere keer kunt afspreken
Maak dan een vraagzin! Can we meet some other time?

Slide 3 - Slide

Schrijf onderwerpen per les
  • de tijden (tegenwoordige tijd en verleden tijd) - 11-11
  • vragen maken/ontkenningen maken - 18-11
  • woordvolgorde - 25-11
  • bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden 30-11
  • voegwoorden
  • spelling
  • woordenschat
  • herhaling (laatste les)

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoord -> zegt iets over een zelfstandig naamwoord

The big house
He is a good tennis player
I prefer the blue jeans.


Slide 5 - Slide

Bijwoorden
Zegt iets over een werkwoord
Zegt iets over een ander bijvoeglijk naamwoord
He is walking quickly
He is an extremely terrible driver
Hoe maak je een bijwoord:
plak -ly achter het bijvoeglijk naamwoord

Spelling:
horrible - horribly
easy - easily
fantastic - fantastically
good - well
Uitzonderingen (geen -ly):
1. fast, hard, long, high, low,late

2. achter de werkwoorden be (am/is/are), feel, look, taste, smell, seem

Slide 6 - Slide

Practice together
Go to LessonUp

Slide 7 - Slide

She is wearing a .... dress
A
beautiful
B
beautifully

Slide 8 - Quiz

I think that's an .....song
A
extreme bad
B
extremely bad

Slide 9 - Quiz

My mum was impressed how ... I had done.
A
good
B
well

Slide 10 - Quiz

Why is he always driving so ....
A
hard
B
fast
C
fastly

Slide 11 - Quiz

This cake smells
A
delicious
B
deliciously

Slide 12 - Quiz

Writing assignment - TEAMS
1. Maak de opdracht in teams (Engels bestanden - opdracht 30-11)
2. Schrijf een e-mail in lever deze in. 

Inhoud e-mail (informeel):
1. Begroet de persoon
2. Vertel dat je rode sneakers hebt gekocht
3. Zet dat ze ongelofelijk duur waren.
4. Zeg dat je er hard mee kunt rennen
5. Zeg dat ze er erg mooi uit zien.
6. Sluit op correcte wijze de e-mail af
Meer oefenen hiermee? 
Open de volgende slides

Slide 13 - Slide

Bijv.naamwoorden en bijwoorden
zijn best lastig
Op de volgende slides staan wat online opdrachten die je kunt doen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link