This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slide and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Geef 2 voorbeelden van kosten die je zag in het filmpje.
Slide 2 - Mind map
Kost
kostprijs
Het totale geldbedrag uitgegeven aan de kosten die noodzakelijk zijn om één product te produceren (of één dienst te leveren).
Het verbruik gedurende een bepaalde periode van alle middelen nodig om het productieproces te voltooien.
Slide 3 - Drag question
Je ziet hier een heel eenvoudige financiële voorstelling van de productie van een stoel. Plaats de begrippen “kosten” en “kostprijs” in het juiste lege vak.
kost
kostprijs
Slide 4 - Drag question
Indeling kosten
vaste en variabele kosten
directe en indirecte kosten
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
vaste kosten
variabele kosten
directe kosten
indirecte kosten
kosten die men niet direct kan toewijzen aan een bepaald product of dienst
kosten afhankelijk van de productiegrootte
kosten niet afhankelijk van de productiegrootte
kosten die men direct kan toewijzen aan een bepaald product of dienst
Slide 8 - Drag question
Zet bovenstaande kosten bij de juiste soort voor een frituur:
vaste kosten
variabele kosten
huur gebouw
aardappelen
verpakking
verzekering gebouw
Slide 9 - Drag question
Zet bovenstaande kosten bij de juiste soort voor een meubelfabriek: