5.3 De sociale kwestie pt.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vooraf

Lessonup

• Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)

• Alleen voor het beantwoorden van vragen heb je je telefoon nodig, leg hem anders plat op je tafel
  

(online) Rules!

• Wat je in real life niet zou doen, doe je ook online niet

• We hebben de camera aan en de microfoon op mute (tenzij anders aangegeven)

• We doen actief mee aan de les.

• Vraag of wil je iets zeggen: gebruik het handje in teams
  

SO

Dinsdag 24-05

Paragraaf 5.1 t/m 5.3 + tijdbalk

(eventueel lessonups)

Bestuur voor 1848

Sleep de volgende bestuursorganen naar de juiste plek

Eerste kamer

Tweede kamer

Provinciale staten

Regenten

Bestuur na 1848

Sleep de volgende bestuursorganen naar de juiste plek

Staatshoofd

Premier

Provinciale staten

Eerste Kamer

Tweede Kamer

Regering

Hoeveel procent van de mensen mocht in 1848 daadwerkelijk stemmen?

1. 11%
2. 14%
3. 50%
4. Alle mannen mogen stemmen

En aan welke criteria moesten de stemgerechtigden voldoen?

1. Genoeg belasting betalen
2. Uit een gegoede familie komen
3. Kunnen lezen en schrijven
4. Werkzaam zijn in de stad

Liberalen aan de macht

• Sinds 1848 aan de macht

• Vaak mensen uit gegoede families
  

• Kernpunten liberalen:

1. Vrijheid
2. Vrije markt
3. Zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis
4. Zorgen voor goede randvoorwaarden: veiligheid, infrastructuur, etc.
   

Waarom zou het liberalisme goed zijn voor een fabriekseigenaar in de 19e eeuw en slecht voor een fabrieksarbeider?

Sociale wetten

• Sinds 1833 al wet tegen nachtwerk in Engeland

• Nederland wil niets doen tegen kinderarbeid

• In 1874 lukt het de progressieve Samuel Van Houten om het kinderwetje van van Houten erdoor heen te krijgen: 'Verbod voor kinderen onder de 12 in de fabrieken te werken'

• In 1901 werd de leerplichtwet ingevoerd, daarmee kwam een einde aan de kinderarbeid

En voor de andere arbeiders?

Socialisten

• Arbeiders richten eigen belangenverenigingen op: vakbonden: groepen die opkomen voor de eigen beroepsgroep

• Door middel van stakingen en protesten dwingen de vakbonden betere werkomstandigheden af.

• Ook werd deze groep in de politiek actief als socialisten

1. Gelijkheid
2. Minder verschil tussen arm en rijk
3. Veel overheidsbemoeienis
4. Zorgen voor sociale voorzieningen: gezondheidszorg, scholing, etc.
   

Liberalen

Socialisten

Veel overheidsbemoeienis

Weinig belasting

Vrijheid

Weinig overheidsbemoeienis

Gelijkheid

Vrije markt

Veiligheid

Gezondheidszorg

Stakingen

Homework

(optioneel)*

5.3: 5, 6, 8, 9

*Waarom optioneel? Om de huiswerkdruk te verminderen en jullie de kans geven om prioriteiten te stellen. Desondanks wil ik het je wel aanraden om het wél te maken, het blijft een goede oefening. Hier zijn echter wel een paar voorwaarden aan verbonden. Mocht je er niet zo goed voor staan bij geschiedenis, dan kan ik je wel (nadrukkelijk) aanraden om het huiswerk te maken. In sommige gevallen kan ik je zelfs verplichten als ik denk dat het nodig is. In die gevallen controleer ik het huiswerk ook.