This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.1 Lekker lezen
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3.
Lesdoel
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 226.
Slide 2 - Slide
2. Terugblik
Hoe noem je de belangrijkste persoon in een verhaal?
Hoe noem je de andere personen in een verhaal?
Slide 3 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
kun je een aantal moeilijke woorden en de betekenis
kun je vragen beantwoorden over een tekst
Slide 4 - Slide
4. Instructie
Dadelijk lezen we het verhaal Vakantie.
In dat verhaal komen een paar lastige woorden voor.
Welke woorden ken je wel / niet.
Maak even de volgende sleepopdracht omdat te checken.
Slide 5 - Slide
Heel erg overstuur
Positief
ruzie maken over iets kleins
Het gevoel dat je iets zeer onaangenaam vindt
Bevorderen
Hysterisch
Optimistisch
Gekibbeld
De walging
Stimuleren
Slide 6 - Drag question
Schrijver/auteur
Titel
Slide 7 - Slide
4. Instructie
We luisteren nu naar de tekst.
Zorg dat je goed meeleest, want dan ga je de
tekst beter begrijpen.
Slide 8 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Bespreken lijst moeilijke woorden.
De vragen van opdracht 1 gaan wij beantwoorden via Lessonup, dus doe mee.
Slide 9 - Slide
1. Daan geeft zijn zus verschillende bijnamen. Noem ze allemaal. Daan noemt zijn zus......
Slide 10 - Open question
2a. Wat vertellen deze bijnamen je over hoe Daan over zijn zus denkt. Vindt hij haar aardig of juist niet?
Slide 11 - Open question
2b. Waarom vindt Daan zijn zus niet aardig?
Slide 12 - Open question
3. Waar speelt dit verhaal zich af?
Slide 13 - Open question
4. Waarom is Daan niet blij met de vakantiebestemming?
Slide 14 - Open question
5. Wat kun je allemaal vinden in het D-boek?
Slide 15 - Open question
6. Zeg met andere woorden: vond zichzelf het middelpunt van het sterrenstelsel (regel 23-24)
Slide 16 - Open question
7. Is dit verhaal fictie of non-fictie. Leg je antwoord uit!
Slide 17 - Open question
8. Welke verhaalsoort past volgens jou het best bij dit verhaal?
Slide 18 - Open question
9. Geef je mening over het verhaal. Gebruik hierbij minstens twee beoordelingswoorden. Deze zijn te vinden op blz. 56. Ook uitleggen waarom je dit vindt!
Slide 19 - Open question
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?