This lesson contains 10 slides, with text slides.
*bronnen: landelijke dagbladen,
opinieweekbladen, vakbladen, overheidspublicaties. Te vinden
op internet, in de mediatheek. Ga naar alle programma’s
->
mediatheek-> krantenbank Lexisnexis.
* alleen aandachtspunten op 'spiekbriefje'.
*Je bent ten minste 5 minuten aan het woord. Meer dan 7 minuten levert geen voldoende op.
* KOP (eindig niet mijn stelling is….!)
* ROMP, minimaal drie argumenten voor, voorzien van voorbeelden, toelichting of uitleg. Een argument tegen dat je ontkracht / weerlegt.
* STAART herhaal je stelling en hooguit twee argumenten.
* Verbind de delen met signaalwoorden.
Presentatie: Droeg de presentatie (o.a. stemgebruik, houding en timing) van de spreker bij aan de impact van de speech, of waren er gedragingen die afleidend waren? Goed gesproken (niet voorgelezen!) en publiek aangekeken?
Inhoud: Droeg de inhoud (o.a. originaliteit, humor, logica, spanningsboog, verhaallijn) bij aan de impact van de speech? Waarom?
Taalgebruik: Droeg de woordkeuze en zinsbouw bij aan de impact van de speech? Werden er stijlfiguren gebruikt? Wat was het effect daarvan?
KOP
Boeiende inleiding, ‘zeggen wat je gaat zeggen’
ROMP
Uitleg kernpunten, ‘het zeggen’
STAART
‘Zeggen wat je hebt gezegd’, leuke afsluiting.
Vijf groepen (max. zes leerlingen per groep)
Opdracht lezen en kiezen (5 min.)
Stap 1 – Ideeën verzamelen en uitwerken (±5 min.)
Gebruik de hulpvragen.
Stap 2 – Speech opstellen (±5 min.)
Stap 3 - Speechen - ±10 min. (5 x 2 min.)
Stap 4 - Nabespreken - ±5 min. (5 x 1 min.)
Feedback is kort, concreet en constructief .
Geef een tip en een top. Bijvoorbeeld:
Tip: "Breng de volgende keer meer variatie aan in je spreektempo, bijvoorbeeld door langzaam te beginnen, dan te versnellen en weer langzaam te eindigen."
Top: "Je houdt de aandacht goed vast door je publiek aan te blijven spreken . Blijf dat doen!"