P 1 Ziekteverloop

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

M1W1

24VPZ

ziekteverloop

P.M1H2 ziekteverloop

LEERDOELEN...

• Je vertelt het verloop van een acute en een chronische ziekte
• Je legt de termen uit, die gebruikt worden om aan te geven hoe het verloop van een ziekte plaatsvindt
  

• ziekten kunnen op verschillende manieren beginnen
• het verloop van een ziekte kent grote verschillen

2.1

ontstaan van een ziekte

ziekten geven vaak klachten (symptomen)...

• mild: subklinisch
• ernstig: klinisch (verschillende fasen)

2.1

ontstaan van een ziekte

• Incubatieperiode: Enkele dagen na blootstelling aan de bacterie of het virus.
  
• Prodromale Fase: Milde symptomen zoals hoesten en lichte koorts.
  
• Acute Fase: Ernstige symptomen zoals hoge koorts, hevige hoest, kortademigheid, en pijn op de borst.
  
• Herstelfase: Symptomen beginnen af te nemen na behandeling met antibiotica of antivirale middelen.
  
• Chronische Fase: Dit vereist vaak langdurige behandeling en monitoring.

Klinische verloop

verschillende fasen

1 acuut ontstaan

• snel ontstaan van klachten, vaak ernstig

2.1

ontstaan van een ziekte

acuut

A

bij infecties ontstaan later acute klachten...

• periode tussen besmetting (binnendringen) en klachten, incubatieperiode

2.1

ontstaan van een ziekte

• prodromen zijn vage klachten van tevoren, die een acute ziekte aankondigen

bij migraine bijvoorbeeld:

- tintelingen in het gezicht

- Visuele verstoringen

- Stemmingswisseling

2.1

ontstaan van een ziekte

prodromen

P

2 chronisch ontstaan

• klachten die langzaam beginnen en soms jaren aanhouden

2.1

ontstaan van een ziekte

chronisch

C

Elke ziekte heeft zijn eigen verloop
Dit wordt beïnvloed door...

2.2

verloop van een ziekte

1 complicatie

• een nieuwe klacht of gebeurtenis wat de situatie erger maakt
• van veel ziekten zijn de complicaties bekend

2.2

verloop van een ziekte

2 een fataal verloop

• een dodelijke afloop

2.2

verloop van een ziekte

fatale ziekte

F

3 restverschijnselen

• klachten die niet meer weggaan, ook al is de persoon genezen (denk aan CVA, COVID)

2.2

verloop van een ziekte

restverschijnselen

R

Tuberculose (TB):

Na behandeling kunnen restverschijnselen zoals chronische hoest, vermoeidheid, en longschade blijven bestaan

Hersenschudding (Mild Traumatisch Hersenletsel):

Langdurige symptomen kunnen hoofdpijn, duizeligheid, geheugenproblemen, en slaapproblemen omvatten

Beroerte (CVA):

Na een beroerte kunnen restverschijnselen zoals verlamming, spraakproblemen, geheugenverlies, en motorische beperkingen optreden

4 recidief

• een ziekte dat na genezing weer terugkomt
• komt voor bij infecties en kanker

2.2

verloop van een ziekte

recidief

R

Malaria:

Deze parasitaire infectie kan na behandeling terugkeren, vooral als de parasieten in een latente vorm in de lever blijven

Bipolaire Stoornis:

Mensen met een bipolaire stoornis kunnen na een periode van stabiliteit opnieuw episodes van manie of depressie ervaren

Herpes Simplex Virus (HSV):

Dit virus kan na de eerste infectie inactief blijven in het lichaam en later opnieuw opflakkeren, wat leidt tot terugkerende koortslippen of genitale herpes

5 fantoompijn

• pijn in een geamputeerd lichaamsdeel
• het komt door een actieve herinnering aan de pijn

2.2

verloop van een ziekte

• Doorgesneden Zenuwen:

Bij de amputatie worden zenuwen doorgesneden. Deze zenuwen kunnen nog steeds prikkels doorgeven alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is.

• Pijngeheugen:

Het lichaam kan de pijn van het geamputeerde lichaamsdeel "onthouden". Dit betekent dat de hersenen de oude pijn blijven registreren, zelfs nadat het lichaamsdeel is verwijderd.

• Reorganisatieprobleem in de Hersenen:

Na de amputatie moeten de hersenen de taken van verschillende hersengebieden herverdelen. Soms gaat dit mis, waardoor de hersenen pijn blijven voelen in het gebied dat het geamputeerde lichaamsdeel aanstuurde.

Fantoompijn kan direct na de amputatie optreden, maar soms ook pas jaren later. Het is een goed gedocumenteerde aandoening, hoewel de exacte mechanismen nog niet volledig begrepen zijn

6 remissie en exacerbatie

• remissie: de klachten worden niet erger
• exacerbatie (of opvlammen): de klachten worden (plots) erger

2.2

verloop van een ziekte

remissie

R

exacerbatie

E

7 herstel

• klachten die afnemen dat men zich weer gezond voelt

2.2

verloop van een ziekte

herstel

H

1. Regeneratie
2. Celdeling en celgroei
3. Het immuunsysteem
4. Ontsteking
5. Stamcellen
6. Bio-elektriciteit

2.2

Zelf herstellend vermogen 

herstel

H

een ziekte kan op de volgende manieren overgaan...

1. spontaan
2. na medicijnen
3. na operatie
4. na een periode van herstel
5. na revalidatie
6. niet...

2.3

einde van een ziekte

Tip voor ondersteunen van het herstelproces

• Gezonde Voeding: Zorg voor een dieet rijk aan vitaminen, mineralen, en antioxidanten om het lichaam te ondersteunen.
  
• Voldoende Rust en Slaap: Goede nachtrust is essentieel voor herstel en regeneratie.
  
• Regelmatige Beweging: Beweging stimuleert de doorbloeding en helpt bij het herstel van weefsels.
  
• Stressmanagement: Verminder stress om het immuunsysteem en herstelprocessen te ondersteunen