H5.5 Woorden

H5.5 Woorden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.5 Woorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je leert ongeveer 25 nieuwe woorden.
- Je leert ironie, sarcasme en cynisme herkennen.

Slide 2 - Slide

Woord van de week

accuraat

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Woorden 5.5
Ironie is vriendelijke spot die niet kwetsend is bedoeld. 

Wie ironie gebruikt, wil een grapje maken. Maak je een ironische opmerking, dan zeg je vaak het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Door de toon waarop iets wordt gezegd of door de lichaamshouding kun je een ironische opmerking herkennen.

-Het weer is geweldig. (als het pijpenstelen regent)
-Het is hier niet bepaald druk. (als de zaal praktisch leeg is)
-Een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen.
   In Almelo is altijd wat te doen.
(uit een cabaretvoorstelling van Herman Finkers)

Slide 5 - Slide

Woorden 5.5
Sarcasme is scherpe spot die bedoeld is om de ander te kwetsen.
- Vooral zo doorgaan, dan komt het wel goed!
(leraar tegen een leerling die opnieuw een onvoldoende heeft gehaald)

Slide 6 - Slide

Woorden 5.5
Cynisme is meer een houding dan een soort humor. Een cynicus gaat uit van het slechte in de mens en maakt daar bittere grappen over.

Slide 7 - Slide

Woorden 5.5 
Misverstanden
Ironie veroorzaakt nogal eens misverstanden, vooral in geschreven teksten. In e-mails of whatsappberichten proberen veel mensen dat te voorkomen door achter de opmerking een smiley (knipoog) te plaatsen.

Hoe proberen we dit te voorkomen?
Dat was weer een nuttige vergadering. 😉
Dat was weer een nuttige vergadering. ;-)
Ook met aanhalingstekens kun je aangeven dat je iets ironisch bedoelt.
Dat was een ‘geslaagde’ grap.

Slide 8 - Slide

Spelen met woorden
De functie van taal is het overbrengen van een boodschap. Cabaretiers, dichters en taalkunstenaars gebruiken taal ook om er plezier aan te bleven door puzzels, taalgrappen en taalfouten. 

Op pagina 139 van je boek staan enkele voorbeelden.

Slide 9 - Slide

Huiswerk


Maak opdracht 2, 3, 11, 13, 14


Slide 10 - Slide