Week 6 - Taal - Bepalingen

bepalingen
bekijk nog een keertje het filmpje over de bepalingen in de volgende slide. 
Maak daarna de vragen. 

Deze les is een extra oefening en een controle voor jezelf. 
Succes! 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

bepalingen
bekijk nog een keertje het filmpje over de bepalingen in de volgende slide. 
Maak daarna de vragen. 

Deze les is een extra oefening en een controle voor jezelf. 
Succes! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Het gezegde zijn alle werkwoorden in een zin dus ook de persoonsvorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

bepaling van plaats
bepaling van tijd

De trein

vertrekt

om 14.08

van spoor 7

Slide 5 - Drag question

Wat is in deze zin de bepaling van plaats?
Wij hebben gisteren een insectenhotel in de tuin gezet.
A
in de tuin
B
een insectenhotel
C
gisteren
D
hebben gezet

Slide 6 - Quiz

Wat is de bepaling van plaats in de volgende zin:
Mijn neefje komt bij mij spelen.
A
mijn neefje
B
komt
C
bij mij
D
spelen

Slide 7 - Quiz

Wat is in deze zin de bepaling van tijd?
Wij hebben donderdagmiddag Koningsspelen.
A
Koningsspelen
B
donderdagmiddag
C
Wij hebben
D
donderdag

Slide 8 - Quiz

Wat is in deze in de bepaling van tijd?
Wij hebben gisteren een insectenhotel in de tuin gezet.
A
gisteren
B
in de tuin
C
een insectenhotel
D
hebben gezet

Slide 9 - Quiz

In deze zin vind je een bepaling van....

Vandaag vieren we feest.
A
plaats
B
tijd

Slide 10 - Quiz

Wat is de bep. van plaats in deze zin?

De lift staat op de vierde verdieping.
A
De lift
B
staat
C
op de vierde verdieping

Slide 11 - Quiz

Wat is de bepaling van plaats in deze zin?

Onder de bank ligt de voetbal.
A
Onder
B
de bank
C
ligt
D
Onder de bank

Slide 12 - Quiz

Wat is de bepaling van tijd in deze zin?

Volgende week gaan we op vakantie.
A
Volgende
B
Volgende week
C
gaan
D
op vakantie

Slide 13 - Quiz

In deze zin vind je een bepaling van....

Vandaag vieren we feest.
A
plaats
B
tijd

Slide 14 - Quiz

Wat is de bepaling van plaats in deze zin?
De lift staat op de vierde verdieping.
A
De lift
B
staat
C
op de vierde verdieping

Slide 15 - Quiz

Wat is de bepaling van plaats in deze zin?

Onder de bank ligt de voetbal.
A
Onder
B
de bank
C
ligt
D
Onder de bank

Slide 16 - Quiz

Wat is de bepaling van tijd in deze zin?

Volgende week gaan we op vakantie.
A
Volgende
B
Volgende week
C
gaan
D
op vakantie

Slide 17 - Quiz

Dit waren de opdrachten.
Vond je het moeilijk ? Zo ja, wat vind je er moeilijk aan?

Slide 18 - Open question