IBO 9 - deel 2


Beroepsopdracht 9 - deel 2

Cliënten, gasten, klanten en collega's te woord staan


1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson


Beroepsopdracht 9 - deel 2

Cliënten, gasten, klanten en collega's te woord staan


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-ins
  • Vlogs 
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Leskaart 9.1 en 9.2
  • Afsluiting.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Check-in:
Hoe start jij deze les?


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Wanneer je als assistent dienstverlening werkt kom je vaak in contact met mensen. Je voert allerlei diensten uit, dat zijn werkzaamheden die jij voor anderen doet. Het kan zijn dat je mensen moet ontvangen. Wanneer jij iemand niet kan helpen dan moet je doorverwijzen naar een collega. Het kan ook zijn dat je moet doorverwijzen naar een ruimte. 
In deze beroepsopdracht leer je hoe je cliënten, gasten, klanten en collega’s op de juiste manier ontvangt, te woord moet staan en doorverwijst. Je leert over de omgang met andere mensen en hoe je een gesprek kunt voeren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen
De opleiding assistent dienstverlening bestaat uit de kerntaak: ‘Voert assisterende werkzaamheden uit’. Deze kerntaak bestaat uit drie werkprocessen. In deze opdracht ga je aan de slag met één van deze werkprocessen: ‘Staat derden te woord en verwijst hen door’.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

Wat moet ik kunnen?

Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

GALGJE

Slide 10 - Slide

Wat hebben we vorige les behandeld?

Ik zet een aantal woorden op het bord om galgje mee te spelen, om zo de voorkennis op te halen, denk aan woorden zoals: gasten, klanten, cliënten, verbale communicatie, non-verbale communicatie 
Opdracht 19
We gaan oefenen met het ontvangen van klanten/gasten/cliënten. We gaan in drietallen rollenspellen doen met de hele klas. Lees de opdracht op bladzijde 16.

Vervolgens krijgen jullie van mij op papier de casussen uitgedeeld

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

LET OP! Beoordelingsformulier, vul het formulier in

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leskaart B 9.2: Registreren, informeren en doorverwijzen
Als assistent dienstverlening kun je werken achter een balie of receptie. Je bent dan de eerste persoon die de gast ziet. Je ontvangt de gast door te begroeten en vraagt waar je mee kunt helpen. Vaak kun je helpen door de gast te informeren, te registreren of door te verwijzen. Je kunt de gast vragen of hij een afspraak heeft. Zo kom je erachter waar hij precies moet zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gasten of klanten moeten bij sommige bedrijven geregistreerd worden als zij binnenkomen. Dat noemen we bezoekersregistratie. Dit wordt meestal met de computer gedaan of een formulier. Je schrijft dan de naam van de gast, de datum, het tijdstip en de reden van het bezoek op. Steeds vaker komen gasten en klanten met een pasje of sleutel binnen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Maak opdrachten 20, 21 en 22.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Doorverwijzen
Opdracht 23 t/m 26 gaan over doorverwijzen. Maak een tweetal. Jullie krijgen een groot vel met hierop een 'placemat'. Gebruik ieder vak om voor jezelf iets op te schrijven over het onderwerp: Doorverwijzen. 
Wat is belangrijk als je iemand moet doorverwijzen, waar let je op?

Als je alle vakken hebt ingevuld vul je als laatste samen het middelste vak in, daarin schrijf je de belangrijkste punten op. Deze worden naderhand klassikaal besproken van iedereen. Als je het placemat hebt ingevuld hoef je deze antwoorden niet meer in te vullen bij opdracht 23-26. 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soms moet je doorverwijzen naar een collega, bijvoorbeeld wanneer iemand een vraag stelt waarop jij het antwoord niet weet. Je loopt dan wel even met de gast/klant mee naar jouw collega. Je stelt je collega dan aan de gast/klant voor en vertelt wat de vraag van de gast/klant is.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het kan zo zijn dat iemand voor een afspraak komt. Je neemt dan contact op met de persoon waar hij de afspraak mee heeft, via de telefoon bijvoorbeeld. Het kan ook zijn dat je de gast naar de juiste persoon en/of ruimte moet doorverwijzen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afsluitende beroepsopdracht 9

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

This item has no instructions